7.8
Hydraulische voorschriften
7.8.1
Algemeen
Als het toestel in bedrijf is, dient de waterdoorstroming
door het toestel zekergesteld te zijn. Na einde warmte-
vraag dient de waterdoorstroming door het toestel altijd
te stoppen om condensatie door de waak vlam te voor-
komen en om een verminderd tapcomfort bij de Remeha
W23c te vermijden.
7.8.2
Thermostatische radiatorkranen
Bij toepassing van thermostatische radiatorkranen kan
de door het toestel stromende waterhoeveelheid te klein
worden. Het is daarom noodzakelijk om in de instal-
latie een kortsluitleiding aan te brengen met daarin een
regelafsluiter of een altijd geopende 'vluchtradiator'.
7.8.3
Vloerverwarming
Bij toepassing van vloerverwarming dient deze dan ook
zo uitgelegd te worden dat bij 'geen warmtevraag' de
pomp van de vloerverwarming geen doorstroming in het
toestel kan veroorzaken, b.v. door toepassing van een
open verdeler in combinatie met een terugslagklep in de
retour, zie afb. 10.
g
afb. 10
Vloerverwarming
00.W1B.79.00017
a = veiligheidsventiel
b = drukvat
c = terugslagklep
d = open verdeler
a
b
c
d
e
f
e = aansluitgroep
f = vloerverwarming
g = radiatorverwarming
h = stijgleidingen
7.8.4
Weersafhankelijke regeling
Ook bij toepassing van een weersafhankelijke regeling
is een open verdeler en terugslagklep noodzakelijk om
bovengenoemde condensvorming en comfortverlies te
voorkomen.
7.8.5
Cascade opstelling
Een cascadeopstelling is mogelijk indien per toestel een
terugslagklep gemonteerd wordt en de ketelbatterij op
een open verdeler in de installatie wordt aangesloten.
7.8.6
Thermosifonwerking
Wanneer zich binnen ca. 5 meter vanaf het toestel stijg-
leidingen bevinden, bestaat de mogelijkheid dat door
thermosifonwerking de warmtewisselaar afkoelt. (Warm
water stijgt!). De wachttijd voor warmwater kan hierdoor
sterk op lopen. Dit probleem kan worden opgelost door
plaatsing van een terugslagklep, zie afb. 11. Het meest
geschikt is een terugslagklep fabrikaat OCEAN, type 2
KF met 2 x 22 mm knel aansluiting.
7.8.7
Waterbehandeling
Waterbehandeling is onder normale omstandigheden
niet vereist. Het ongecontroleerd toevoegen van chemi-
sche middelen wordt dringend ontraden. De installatie
dient te worden gevuld met genormaliseerd drinkwater.
De pH-waarde van het installatiewater dient te liggen
tussen 7 en 9.
afb. 11
Plaatsing terugslagklep
00.W1B.79.00007
12
Remeha W23s/c
h
a
b
c