5
Installatievoorbeelden
5.1
Elektrische aansluitingen
Afb.23
Aansluitprint CB-01
X5
X4
IN
X2
X9
Pump
X3
N
L
PWM
Pump
N
L
0
+
Afb.24
Installatiepomp
N L
Afb.25
PWM installatiepomp
PWM
-
+
Afb.26
Analoge ingang
0-10
-
+
7734305 - v.01 - 01092020
X6
S-Bus
OUT
X10
0-10
On/off
0
+
Tout
OT
BL
RL
AD-3000672-03
AD-3001306-01
AD-3001307-01
AD-3001304-01
5.1.1
De aansluitprint CB-01
De CB-01 wordt geplaatst in de instrumentenbox. Deze biedt gemakkelijke
toegang tot alle standaardconnectoren.
Aansluiten installatiepomp
1. Sluit een installatiepomp aan op de klemmen Pump van de
aansluitconnector.
Belangrijk
Het maximum opgenomen vermogen is 300 VA.
De functie van de installatiepomp kan worden veranderd met behulp van
de parameters PP015, PP016 en PP018.
Aansluiten PWM installatiepomp
Op de ketel kan een PWM-installatiepomp worden aangesloten, die vanuit
de ketel modulerend wordt aangestuurd.
1. Sluit de installatiepomp aan op de klemmen PWM van de
aansluitconnector.
Belangrijk
Neem contact met ons op voor meer informatie.
Analoge ingang
Deze ingang heeft twee modi: regeling op basis van de temperatuur of op
basis van het warmte-uitvoer. Als deze ingang wordt gebruikt, wordt de
OT-communicatie van de ketel genegeerd.
1. Sluit het ingangssignaal aan op de klemmen 0–10 van de
aansluitconnector.
Wijzig de functie van de analoge ingang met parameter EP014.
Een buitentemperatuursensor aansluiten
Op de klemmen Tout van de aansluitconnector kan een
buitentemperatuursensor worden aangesloten. Sluit de sensor altijd aan
op de printplaat die de zones bestuurt. Bijvoorbeeld: als de zones worden
bestuurd door een SCB-02 of SCB-10, sluit dan de sensor aan op die
printplaat.
5 Installatievoorbeelden
29