Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werkingsprincipe; Werkingsprincipes Van Het Verwarmingstoestel; Principes Van Warmtevraag; Bedieningsvolgorde - REMEHA CWH Ace 30/201 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

2.2

Werkingsprincipe

2.2.1

Werkingsprincipes van het verwarmingstoestel

2.2.2

Principes van warmtevraag

2.2.3

Bedieningsvolgorde

7795150 - v.01 - 29092021
CWH Ace 30/201 (alleen NL).
CWH Ace30/301.
CWH Ace 60/201 (alleen NL).
CWH Ace60/301.
CWH Ace90/302.
CWH Ace120/302.
Het verwarmingstoestel werkt volgens het laadprincipe; het water
onderaan de tank wordt rechtstreeks door de warmtewisselaar geleid en
verwarmd. Het verwarmde water keert dan terug naar de bovenkant van
de tank. De temperatuur van het water dat door de warmtewisselaar
(aanvoertemperatuur) stroomt, is de standaard voor het brandervermogen.
De brander moduleert gebaseerd op deze aanvoertemperatuur. De
temperatuur waarop het water terugkeert naar de tank is gelijk aan het
berekende laadsetpunt door middel van pomptoerentalregeling en
brandermodulering.
Tijdens de verwarmingsperiode wordt de gehele tank verwarmd. Tegen
het einde van de verwarmingsperiode neemt de retourtemperatuur toe, en
het pomptoerental wordt verhoogd tot het maximale toerental is bereikt,
waarna de brander lager moduleert. Omdat het water wordt rondgepompt
vanaf het laagste punt in de tank naar het hoogste punt in de tank zijn er
geen zones met koud water in de tank.
Een belangrijk voordeel om de wamtedoorgifte buiten de tank te laten
plaatsvinden, is dat de efficiëntie niet wordt beïnvloed door de
temperaturen in de tank. Zo lang als warm water wordt afgenomen, is de
retourtemperatuur praktisch hetzelfde als de koudwatertemperatuur.
Wanneer de temperatuursensor van de SWW-tank een lagere
temperatuur dan het setpunt - schakelverschil meet, wordt een
warmtevraag gestart en begint de brander te werken. De regelaars
berekenen het setpunt van de laadtemperatuur (fabriekswaarde is setpunt
SWW-tank + 3°C). Vervolgens moduleren de regelaars de pomp en de
brander zodat de laadtemperatuur naar de tank tot niet meer dan 2°C
boven het berekende laadsetpunt stijgt.
Wanneer het setpunt is bereikt, schakelen de regelaars de brander uit en
blijft deze in stand-by tot er een nieuwe warmtevraag volgt.
Voorwaarden voor werking voor deze ketel:
Voldoende gastoevoer
220-240V 50Hz voeding
Warmwatervraag
1. De circulatiepomp wordt ingeschakeld.
2. De regeleenheid schakelt de ventilator in.
3. De ventilator blaast op voorhand lucht door de luchtkanalen van de
warmtegenerator.
4. Nadat de ventilator 15 seconden heeft gewerkt, vonkt de elektrode en
wordt het gasblok geopend.
5. De vonk werkt 5 seconden. Gedurende deze tijd kan het gasblok 10
seconden open staan als de gedetecteerde vlam een
minimumdrempel bereikt.
6. In de 3 seconden na een geslaagde ontsteking stabiliseert de vlam.
7. Aan het einde van de stabilisering controleren de regelingen op de
aanwezigheid van een vlam. Als geen vlam kan worden gedetecteerd,
worden stap 1 - 6 tot 4 keer herhaald (binnen een periode van 24 uur),
alvorens de warmtegenerator permanent wordt geblokkeerd.
2 Beschrijving van het product
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave