Monoblock wand binnenunit bivalent met buffer
1. De stroomvoorziening van de buitenunit en de binnenunit is uitgeschakeld. De
voedingsspanning mag pas voor de inbedrijfstelling worden ingeschakeld nadat de
installatie volledig gevuld en ontlucht is.
2. Automatische ontluchting via VL1 activeren. Daarvoor de schroef met enkele
omwentelingen losdraaien, zonder hem er volledig uit te draaien.
3. Afsluiters naar de cv-installatie VC1; deeltjesfilter SC1 en afsluiter VC3 sluiten.
4. Een slang op de aftapkraan VA0 aansluiten, het andere uiteinde naar een afvoer
leiden. De aftapkraan openen.
5. Vul-/aftapkraan VW2 openen en water in de naar de buitenunit leidende leiding
vullen.
6. Vulprocedure voortzetten totdat uit de slang in de afvoer water komt.
7. Aftapkraan VA0 en vul-/aftapkraan VW2 sluiten.
8. Slang van aftapkraan VA0 afkoppelen en aan de aftapkraan voor cv-installatie VC2
zetten.
9. Afsluiter VC3, aftapkraan VC2 en vul-/aftapkraan VW2 openen en cv-installatie
verder vullen.
10. Vulprocedure voortzetten totdat uit de slang in de afvoer water zonder lucht komt.
11. Aftapkraan VC2 sluiten.
12. CV-toestel conform de bijbehorende instructie grondig ontluchten.
13. Afsluiter VC1 en deeltjesfilter SC1 openen en vullen, totdat de manometer 2 bar
aangeeft.
14. Vul-/aftapkraan VW2 sluiten en slang van aftapkraan VC2 en vul-/aftapkraan VW2
verwijderen.
Als nodig: voor aanvullende ontluchtingsinstructie, zie hoofdstuk 11 van de installatie
instructie