4.5 Achtergrondverlichtingsbron
1) Indien de omgeving tijdens het meten te donker is om te lezen, houdt u de
"
" toets langer dan 2 seconden ingedrukt om de achtergrondverlichting
in te schakelen.
2) Houd de "
3) Nadat de achtergrondverlichtingsbron is ingeschakeld en de "
niet langer dan 2 seconden ingedrukt wordt gehouden, zal de
achtergrondverlichtingsbron 15 seconden later automatisch uitschakelen.
4.6 Gebruik van de testtoets
1) Druk op "TEST" om de detectie te starten wanneer de meter zich in het
bereik bevindt van telefoon (detectie van de telefoonlijnmodus), toon
(detectie en volgen van de kabellijn), netkabel (detectie van de integriteit van
de netwerkkabel).
2) Na de detectie zal de indicator van het detectieresultaat knipperen. Druk
op de "TEST" toets om het knipperen te stoppen en klaar te houden voor de
volgende detectie.
4.7 Voorbereiding van de meting
1) Draai de keuzeschakelaar en schakel de stroom in. Als de batterijspanning
laag is
symbool "
2) Het "
" symbool naast de ingangslijn geeft aan dat de ingangsspanning
of -stroom de aangegeven waarde niet mag overschrijden. Dit is bedoeld om
het interne circuit te beschermen tegen beschadiging.
3) Zet de bereikschakelaar op de gewenste meetfunctie en bereik. In de
handmatige bereikstand, als de schaal van de gemeten waarde van tevoren
niet bekend is, moet het hoogste bereik worden ingesteld.
" toets nogmaals langer dan 2 seconden ingedrukt om de
achtergrondverlichting uit te schakelen.
(ongeveer ≤7,2V), verschijnt op het LCD-scherm het
"wanneer de batterijen moeten worden vervangen.
31
" toets