Weerstandsmeting:
1. Draai de functieschakelaar naar de weerstandsmeetstand en schakel de
stroomtoevoer naar het te testen circuit uit.
2. Sluit de zwarte en rode testsondes aan op de respectievelijke COM en
ΩVHz% ingangsaansluitingen.
3. Meet de weerstand van het te testen circuit met de andere uiteinden van
de testsondes.
4. Lees de weerstandswaarde af van het LCD display. Als er sprake is van
overbelasting, verschijnt 'OL' op het LCD-scherm.
Enkele raadgevingen om de weerstand te meten :
De weerstand die aan een circuit wordt gemeten, wijkt gewoonlijk af van
de nominale waarde van de weerstand. Dit komt omdat de teststroom van
de meter door alle mogelijke kanalen tussen de testsondes zal lopen.
Wanneer u een lage weerstand meet, moet u, om de nauwkeurigheid te
waarborgen, een kortsluiting maken tussen de testpennen en de
weerstandswaarde van de kortsluiting aflezen. Deze weerstandswaarde
moet worden afgetrokken nadat de te testen weerstand is gemeten.
Wanneer er geen ingang is (bijvoorbeeld open circuit) zal het display "OL"
weergeven, wat betekent dat de gemeten waarde buiten bereik is.
Wanneer u de weerstand of de continuïteit van een circuit meet, schakel
dan de stroom naar het circuit uit en ontlaad alle condensatoren om
letsel of schade aan de meter te voorkomen.
Waarschuwing
9