Inhoud 1. Overzicht 2. Veiligheidsinstructies 3. Veilige werkgewoonten 4. Elektrische symbolen 5. Instructies voor het gebruik van de meter 5.1. Uitzicht van de meter 5.2. Weergave 6. Werking van de toetsen 6.1. SMART toets 6.2. Toets HOLD/ achtergrondverlichting 6.3. FUNC toets (select) 6.4.
1. Overzicht Waarschuwing Om elektrische schokken of persoonlijk letsel te voorkomen, dient u de "veiligheidsinformatie" en de "waarschuwingen en verwante opmerkingen" zorgvuldig te lezen voordat u de meter gebruikt. Waarschuwing Bij het gebruik van de meter moet bijzondere aandacht worden geschonken aan het feit dat onjuist gebruik een elektrische schok kan veroorzaken en de meter kan beschadigen.
Veiligheidsinstructies Deze digitale multimeter is ontworpen volgens de internationale veiligheidsnorm EN 61010-1, EN 61010-2-30, EN 61010-2-033 betreffende veiligheidsvereisten voor elektronische meetinstrumenten en draagbare digitale multimeters. Hij voldoet aan de vereisten voor CAT III 600V van de EN 61010-2-33 norm en graad 2 inzake vervuiling. ...
Pagina 6
Meet een bekende spanning met de meter om te controleren of de meter goed werkt. Als de meter abnormaal werkt, stop dan onmiddellijk met het gebruik ervan. Een beveiligingssysteem kan beschadigd zijn. Laat in geval van twijfel de meter nakijken door een gekwalificeerde technicus. ...
Waarschuwing Meet een bekende spanning met de meter om te controleren of de meter goed werkt. Als de meter abnormaal werkt, stop dan onmiddellijk met het gebruik ervan. Een beveiligingsinrichting kan beschadigd raken. In geval van twijfel dient u de meter door een gekwalificeerde technicus te laten nakijken.
4. FUNC toets 5. Data hold (bevriezing meting)/ achtergrondverlichting toets 6. Draaiknop 7. Alle gemeenschappelijke ingangsaansluitingen voor metingen (aangesloten met de zwarte testsonde). 8. Positieve ingangsaansluiting voor spanning, weerstand, capaciteit, temperatuur, frequentie/bedrijfsverhouding, en continuïteit (verbonden met de rode testsonde) Scherm 1.
Werking van de toetsen SMART toets Draai het draaiknopje naar de stand "SMART". De standaardmodus is "AC Voltage", "DC Voltage", "Weerstand" of "Continuïteit". Sluit de meetsnoeren aan op het te meten circuit of de belasting en de resultaten verschijnen automatisch op het scherm. AC of DC spanning, continuïteit of weerstand worden gelijktijdig gemeten.
Houd de meter tegen een spanningsbron en de zoemer zal klinken en de NCV indicator zal oplichten als er spanning wordt gedetecteerd. Laat de "NCV" toets los om de NCV detectie te stoppen. Automatisch Power-off functie Als er tijdens het meetproces gedurende 15 minuten geen activiteit is met de functietoets of de functiekeuzeschakelaar, wordt de meter automatisch uitgeschakeld (slaapstand).
Weerstandsmeting: 1. Draai de functieschakelaar naar de weerstandsmeetstand en schakel de stroomtoevoer naar het te testen circuit uit. 2. Sluit de zwarte en rode testsondes aan op de respectievelijke COM en ΩVHz% ingangsaansluitingen. 3. Meet de weerstand van het te testen circuit met de andere uiteinden van de testsondes.
Continuïteitsmeting 1. Draai de functiekeuzeschakelaar naar de positie voor continuïteitsmeting en schakel de stroomtoevoer naar het te testen circuit uit. 2. Sluit de zwarte en rode testsondes aan op de respectievelijke COM en ΩVHz% ingangsaansluitingen. 3. Meet het te testen circuit met de andere uiteinden van de testsondes. 4.
Algemene eigenschappen Bedrijfsomgeving en conditie: 600V CAT III, verontreinigingsgraad: II Hoogte < 2000 m Omgevingstemperatuur en vochtigheid: 0~40°C, <80% RV (gebruik de meter niet wanneer de temperatuur<10°C). Opslagtemperatuur en vochtigheid: -10~60°C, >70% RV (verwijder de batterij). ...
DC spanning Meetbereik Resolutie Nauwkeurigheid 0,01V (+(0,5 van aflezing+ 3 cijfers) 0,1V 600V Impedantie ingang: 10MΩ Maximum ingangsspanning: 600V DC of AC (RMS) AC spanning Meetbereik Resolutie Nauwkeurigheid 0,01V (+(0,8 van aflezing+ 5 cijfers) 0,1V 600V Impedantie ingang: 10MΩ Maximum ingangsspanning: 600V DC of AC (RMS) Frequentiereactie: 45Hz~65Hz, sinus golf RMS (gemiddelde reactie) Weerstand Meetbereik...
Continuïteitsmeting Functie Meetbereik Resolutie Nauwkeurigheid Wanneer ingebouwde zoemer Spanning open weerklinkt, is de geteste weerstand circuit: ongeveer kleiner dan 40Ω 0,4V Overbelastingsbeveiliging: 250V DC of AC (RMS) Frequentie Door rang Hz/DUTY Meetbereik Resolutie Nauwkeurigheid 60Hz 0,1Hz +(1,0 van aflezing + 5 cijfers) 1kHz 3kHZ 10Hz...
Bedrijfsratio Meetbereik Resolutie Nauwkeurigheid 10%~90% Door rang Hz/DUTY: Frequentie reactie: 40~3KHz Ingangs-spanningsbereik: ≥2V AC RMS (de ingangsspanning zal toenemen wanneer de te meten frequentie toeneemt). Maximum ingangsspanning: 600 V AC RMS Onderhoud Dit hoofdstuk bevat basisinformatie over onderhoud, waaronder instructies voor de batterij.
3. Breng reinigingsmiddel of smeermiddel aan op een nieuw watje (zoals WD- 4. Maak elke aansluiting schoon met een watje en smeermiddel om vervuiling door vocht in de aansluiting te voorkomen. Vervanging van de batterijen Waarschuwing Om elektrische schokken te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de meetsnoeren duidelijk van het te meten circuit verwijderd zijn voordat u het batterijdeksel van de meter opent.
Zekering CAT III: MEETCATEGORIE III is van toepassing op test- en meetcircuits aangesloten op het verdeelgedeelte van de laagspanningsinstallatie CIRCUIT van het gebouw. Voorzorgsmaatregelen 1.1.1 Pas de meter niet aan of repareer hem niet door te proberen de achterkant te verwijderen. Een dergelijke operatie mag alleen worden uitgevoerd door een technicus die de meter en het elektrische risico ervan volledig begrijpt.
1.1.4 Om brandgevaar te voorkomen, moet de vervangen zekering voldoen aan de gespecificeerde spanning en stroomsterkte van F/10A/500V en F200mA/1000V (snelwerkend) 1.1.5 Gebruik een natte doek en een mild schoonmaakmiddel om de meter schoon te maken; gebruik geen schuurmiddelen of oplosmiddelen. 1.1.6 Draai de schakelaar op OFF om de voeding uit te schakelen wanneer het toestel niet gebruikt wordt.
o De meter is uitgerust met de maximum meting o De meter is uitgerust met een aanduiding voor laag batterijvoltage 2.1 Beschrijving van de onderdelen 1. Contactloze spanningsdetectie indicatorlichtje...
2. LCD (liquid crystal display) 3. Data hold (HOLD) bevriezing gegevens op het scherm 4. Maximum meting (MAX) 5. Schakelaarknop bereik (RANGE) 6. Functie schakelaar (FUNC) 7. Knop achtergrondverlichting 8. Testknop 9. Paneel 10.Draaischakelaar 11.mA/µA/V/Ω/stekker 12.COM stekker 13.10A stekker 14.Beschermplaat 2.2 Schakelaars, Knoppen en stekkers HOLD knop Voor bevriezen van de meting op het scherm...
Pagina 28
Volts (Spanning) Ampères (Stroom) Hertz (Frequentie) Symbolen van eenheden: micro, milli, kilo en miljoen Continuïteitszoemer Diode meting Maximum meting Meting aan de gang Lage batterij Telefoon standby Telefoon aan het bellen Opname telefoon De RING lijn wordt vastgeklemd door de rode klem De TIP-lijn wordt vastgeklemd door de rode klem Audio signaal Kabelpaar 1-2...
Pagina 29
3. Eigenschappen Algemeen 3.1.1 Auto bereik en handmatige bereik opties zijn beschikbaar 3.1.2 Overbelastingsbeveiliging is beschikbaar voor alle bereiken 3.1.3 Weergave: LCD 3.1.4 Maximum weergave waarde: 1999 tekens 3.1.5 Polariteitsindicatie: automatisch, ‘----‘ voor negatieve polariteit 3.1.6 Over-bereik indicatie: ‘OL’ of ‘---OL’ 3.1.7 Eenheidsindicatie: functie en energie eenheidsindicatie 3.1.8 Beoordeling van het bellen, standby, of opnamemodus van de telefoonlijn 3.1.9 Het beoordelen van elk breekpunt in de kabellijn en het traceren van de...
Technische index 3.2.1 DC spanning Bereik Resolutie Nauwkeurigheid 200mV 0,1mV +(0,5% van aflezing + 5 cijfers) 0,01V 200V 0,1V 1000V +(0,8% van aflezing + 5 cijfers) Maximum ingangsspanning: 1000V DC Nota: In het lage spanningsbereik zullen onstabiele aflezingen verschijnen voordat de testsondes contact maken met het circuit.
Pagina 31
Nota: Bij de lage spanning zullen onstabiele aflezingen verschijnen voordat de test sondes contact maken met het circuit. Dit is normaal omdat de meter zeer gevoelig is. Wanneer de testsondes contact maken met het circuit, zal de werkelijke meting worden weergegeven. 3.2.3 Weerstand Bereik Resolutie...
Pagina 32
3.2.6 DC stroom Bereik Resolutie Nauwkeurigheid 200µA 0,1µA 2000 µA 1µA +(1,2% van aflezing + 5 cijfers) 20mA 0,01mA 200mA 0,1mA 0,001A +(2,0% van aflezing + 10 cijfers) 0,01A Overbelastingsbeveiliging: µA, mA bereik: zekering 200mA/1000V (snelle reactie) 10A bereik: zekering 10A/500V (snelle reactie) Maximum ingangsstroom: µA, mA stekker (µA bereik):2000uA ...
4. Gebruiksinstructies Schakelen tussen functies 1) Druk op de "FUNC" toets om te schakelen tussen AC en DC meting op de stroombereiken. 2) Druk op de "FUNC" toets om te schakelen tussen de diode en continuïteitsbereiken. 4.2 Schakelen tussen bereiken 1) Als de meter wordt ingeschakeld, bevindt hij zich in het automatische bereik voor het meten van stroom, spanning en weerstand.
4.5 Achtergrondverlichtingsbron 1) Indien de omgeving tijdens het meten te donker is om te lezen, houdt u de " " toets langer dan 2 seconden ingedrukt om de achtergrondverlichting in te schakelen. 2) Houd de " " toets nogmaals langer dan 2 seconden ingedrukt om de achtergrondverlichting uit te schakelen.
4) Verbind de gemeenschappelijke testdraad en vervolgens de stroomvoerende testdraad tijdens de aansluiting. Verwijder eerst de stroomvoerende testdraad bij het loskoppelen. 4.8 Meting van de DC spanning WAARSCHUWING Er bestaat het risico van een elektrische schok. Besteed speciale aandacht aan het vermijden van elektrische schokken bij het meten van hoge spanningen.
3) In de handmatige bereikmodus, als de schaal van de gemeten waarde van te voren niet bekend is, moet het hoogste bereik worden ingesteld en daarna geleidelijk worden verlaagd. 4.9 Meting van de AC spanning WAARSCHUWING Er bestaat het risico van een elektrische schok. Besteed speciale aandacht aan het vermijden van elektrische schokken bij het meten van hoge spanningen.
Pagina 37
4.10 Diodetest 4.10.1 Steek de zwarte sonde in de COM aansluiting en de rode sonde in de aansluiting 4.10.2 Stel de bereikschakelaar op de bereikpositie 4.10.3 Druk op de "FUNC" toets om naar de testmodus over te schakelen. 4.10.4 Sluit de rode sonde aan op de anode en de zwarte sonde op de kathode van de te testen diode.
Nota: Als de testsondes open zijn of de weerstand van het geteste circuit hoger is dan 200Ω, verschijnt "OL" op het LCD-scherm. 4.12 Meting van de weerstand WAARSCHUWING Er bestaat het risico van een elektrische schok. Wanneer u de impedantie van een netwerk meet, moet u ervoor zorgen dat de stroom is uitgeschakeld en dat de condensator op de stroomkring volledig is ontladen.
4.13 Meting van DC stroom WAARSCHUWING Er bestaat het risico van een elektrische schok. Schakel de voeding van het circuit onder test uit, verbind dan de meter met het circuit in series voor meting. 4.13.1 Steek de zwarte sonde in de COM-aansluiting. Wanneer de te meten stroom kleiner is dan 200 mA, steekt u de rode sonde in de uA/mA-aansluiting;...
Pagina 40
4.14 Meting van DC stroom WAARSCHUWING Er bestaat het risico van een elektrische schok. Schakel de voeding van het circuit onder test uit, verbind dan de meter met het circuit in series voor meting. 4.14.1 Steek de zwarte sonde in de COM-aansluiting. Wanneer de te meten stroom kleiner is dan 200 mA, steekt u de rode sonde in de uA/mA-aansluiting;...
4.15 Telefoonlijn detectie modus 4.15.1 Steek de aangesloten dectectielijn in de aansluiting vooraan in de meter en draai de draaiknop naar het telefoonbereik. 4.15.2 Klem de twee draden van de telefoonlijn vast met de twee klemmen van de verbindingslijn of steek de modulaire stekker in het telefoonstopcontact. Druk op de 'TEST' toets en het 'Phone' symbool zal knipperen en de detectie van de telefoonlijn zal beginnen.
Pagina 42
Rode verbindingslijn Zwarte verbindingslijn Modulaire klem Detectielijn Aansluitingsinterface Kabelinterface Nota: 1. Als het ROOD-TIP symbool knippert, kunnen de standby en opname modes van de telefoonlijn niet worden beoordeeld. In dit geval moet u de RING-lijn met de rode klem en de TIP-lijn met de zwarte klem vastklemmen.
4.16 Beoordeling en traceren van kabellijn 4.16.1 Steek de aangesloten detectieleiding in de aansluiting voor de meter en draai de draaiknop naar het Toonbereik. 4.16.2 Verbind de uitgaande draad van de verbindingslijn met het te testen kabelpaar of verbind de rode lijn met de te testen kabel en de zwarte lijn met de aarde.
4.17 Netwerkkabel integriteitstest 4.17.1 Reguliere T568A/T568B kabels kunnen worden beoordeeld op open circuit, kortsluiting, verkeerde bedrading, gesplitst paar, omgekeerde aansluiting en integriteit van de afscherming en elke afwijking kan worden gespecificeerd. 4.17.2 Steek de beide uiteinden van de kabel in de aansluitingen aan de voorkant en de onderkant van de meter.
Afneembare eenheid 4.17.6 Hieronder gedetailleerde beschrijving van de verschillende abnormaliteiten: KORT-SLUITING VERKEERD OMGEKEERD GESPLITSTE PAREN Nota : Indien de te testen kabel geen afscherming heeft, zal het afschermingssymbool knipperen om open circuit aan te geven, wat normaal is. Indien de lijnstatus verandert, moet u op "TEST" drukken om het huidige testresultaat te sluiten en vervolgens opnieuw op "TEST"...
4.18 Contactloze spanningsdetectie 4.18.1 Stopcontacten en netsnoeren kunnen worden gedetecteerd op de aanwezigheid van wisselspanning. 4.18.2 Breng het bovenste deel van de meter dicht bij een geleider. Wanneer een spanning wordt gedetecteerd, zal de meter een geluid geven en een visuele indicatie geven LED deksel Detectiepositie...
4.19 Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van de beschermkap WAARSCHUWING Er bestaat het risico van een elektrische schok. Na het wegvallen van de beveiliging moet de spannings- en stroommetingsfunctie van de meter worden uitgeschakeld uit vrees voor elektrische schokken. 4.19.1 Er zit een beschermkap aan de achterkant van de meter. Om het risico van elektrische schokken te vermijden, moet de kabelinterface door de beschermkap worden beschermd wanneer de kabeldetectiefunctie niet wordt gebruikt.
4.20 Automatic Power off 4.20.1 Als de FUNC toets of de bereikschakelaar niet binnen 15 minuten tijdens het meten wordt bediend, zal de meter worden uitgeschakeld en in de slaapstand gaan om elektriciteit te besparen. 4.20.2 Om de automatische uitschakelfunctie uit te schakelen, houdt u de HOLD toets ingedrukt om de meter op te starten of drukt u op de HOLD toets in de slaapstand om de meter te wekken.
5.1.1 Wanneer het symbool ” “verschijnt, zouden de batterijen onmiddellijk moeten vervangen worden. 5.1.2 Draai de bereikschakelaar op OFF en verwijder de testsnoeren van de ingangsklemmen. 5.1.3 Maak de schroeven los en verwijder het batterijdeksel. 5.1.4 Breng nieuwe batterijen in, zet het deksel op zijn plaats en draai de schroeven vast.
5.2.1 Zet de bereikschakelaar op OFF en verwijder de meetsnoeren van de ingangsklemmen. 5.2.2 Verwijder het beschermdeksel en maak de schroeven los. 5.2.3 Verwijder de achterste behuizing, wrik een uiteinde van de zekering voorzichtig omhoog en verwijder de zekering uit de clip. 5.2.4 Nadat de zekering geplaatst is, zet het deksel terug op zijn plaats en draai de schroeven vast.
Pagina 51
6. Toebehoren Meetsnoeren 1 paar Test verbindingslijn Ontvanger Beschermdeksel Afstandseenheid Gebruikershandleiding...