1
De hark monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Getande hark
1
Trekstang
1
Bout (½" x 1¾")
1
Flensmoer (½")
1
Zeskantige moer (½")
1
Flenskopbout (⅜" x 1")
1
Flensmoer (⅜")
1
Werktuigkoppeling
2
Borgpen
1
Hefarm
1
Draaibeugel
1
Bout (⅜" x 1¼")
1
Borgmoer (⅜")
Procedure
1.
Zet de trekstang losjes op het voorste gat
van de hanger
(Figuur
bout (½" x 1¾"), flenskopmoer (½") en een
zeskantige moer (½").
1. Hanger
2. Trekstang
3. Bout (½" x 1¾")
4. Bout (⅜" x 1")
3). Gebruik hierbij een
Figuur 3
5. Flensmoer (⅜")
6. Zeskantige moer (½")
7. Flensmoer (½")
2.
Zet de buis met schuin uiteinde losjes op het
achterste gat van de hanger. Gebruik hiervoor
een flenskopbout (⅜" x 1") en een flensmoer
(⅜").
Draai de moeren als volgt aan:
•
Flensmoer (½") – 104 tot 126 N·m
•
Zeskantige moer (½") – 91 tot 113 N·m
•
Flensmoer (⅜") – 22 tot 27 N·m
3.
Lijn de hefarm uit met de beugel op de
werktuigkoppeling
met de beugel zoals afgebeeld in
Opmerking:
van de werktuigkoppeling de handgreep aan de
achterzijde van de koppeling
1. Werktuigkoppeling
1. Werktuigkoppeling
2. Draaibeugel
g262221
3. Borgpennen
4.
Bevestig de draaibeugel
borgpennen en een bout (⅜" x 1¼") en
borgmoer (⅜").
5
(Figuur
4) en bevestig deze
Figuur
Gebruik tijdens het verplaatsen
(Figuur
4).
Figuur 4
2. Hefarm
Figuur 5
4. Bout (⅜" x 1¼")
5. Borgmoer (⅜")
6. Handgreep
(Figuur
5) met 3
5.
g266520
g266521