1. Parkeerrem
2. Contactschakelaar
3. Activerings-
/blokkeringschakelaar
4. Diagnoselampje
5. Maai-/hefhendel
6. Urenteller
Gashendel
Zet de hendel
(Figuur
motorsnelheid te verhogen en naar achteren om de
snelheid te verlagen.
Activerings-/blokkeringsschake-
laar
Gebruik de activerings-/blokkeringsschakelaar
(Figuur
21) in combinatie met de maai-/hefhendel
om de maai-eenheden te bedienen. U kunt
de maai-eenheden niet neerlaten als de
maai-/hefhendel in de
Urenteller
De urenteller
(Figuur
21) toont het aantal uren dat de
machine in bedrijf is geweest. Hij gaat lopen als de
contactschakelaar op Aan staat.
Maai-/hefhendel
Met deze hendel
(Figuur
omhoog en omlaag brengen om te maaien en de
messenkooien starten en tot stilstand brengen als
de messenkooien in de maaistand zijn gezet. U
kunt de maai-eenheden niet neerlaten als de
maai-/hefhendel in de
Opmerking:
Als de maai-eenheden ingeschakeld
zijn, hoeft u de hendel niet vooruit te blijven duwen
Figuur 21
7. Oliedruklampje
8. Temperatuurlampje
9. Lichtschakelaar
10. Waarschuwingslampje
gloeibougie
11. Gashendel
12. Lampje van
wisselstroomdynamo
21) naar voren om de
staat.
TRANSPORTSTAND
21) kunt u de maai-eenheden
staat.
TRANSPORTSTAND
terwijl de maai-eenheden omhoog of omlaag worden
bewogen.
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur
Het waarschuwingslampje voor de koelvloeistoftem-
peratuur
(Figuur
van de koelvloeistof te hoog wordt. Bij deze tempe-
ratuur worden de maai-eenheden uitgeschakeld. Als
de temperatuur van de koelvloeistof nog eens 5,5 °C
stijgt, zal de motor uitgeschakeld worden om verdere
beschadiging te voorkomen.
g019980
Oliedruklampje
Het oliedruklampje
motoroliedruk gevaarlijk laag is.
Lampje van wisselstroomdynamo
Het lampje van de wisselstroomdynamo
mag niet branden als de motor loopt. Als het lampje
brandt, moet u het laadsysteem controleren en indien
nodig repareren.
Indicatielampje gloeibougie
Het indicatielampje van de gloeibougie
gaat branden als de gloeibougies in werking zijn.
Parkeerrem
Als u de motor afzet, moet u de parkeerrem
21) in werking stellen teneinde te voorkomen dat
de machine per ongeluk in beweging komt. Om de
parkeerrem in werking te stellen, moet u de hendel
omhoog duwen. De motor stopt als u het tractiepedaal
indrukt terwijl de parkeerrem in werking is gesteld.
Diagnoselampje
Het diagnoselampje
systeem een storing waarneemt.
Brandstofmeter
De brandstofmeter
brandstof er in de tank zit.
17
21) gaat branden als de temperatuur
(Figuur
21) licht op als de
(Figuur
21) licht op als het
(Figuur
22) geeft aan hoeveel
(Figuur
21)
(Figuur
21)
(Figuur