1. Borgpen
9.
Als u een voorste maai-eenheid monteert, moet
u de maai-eenheid onder de hefarm schuiven,
terwijl u de as van het draagframe in het juk van
het draaipunt van de hefarm steekt
1. Hefarm
2. As van draagframe
10.
Ga als volgt te werk bij de montage van de
achterste maai-eenheden als de maaihoogte
hoger dan 1,2 cm is.
A.
Verwijder de lunspen en de ring waarmee
de as van het draaipunt van de hefarm is
bevestigd aan de hefarm, en schuif de as
uit de hefarm
Figuur 6
2. Kapje
(Figuur
Figuur 7
3. Juk van draaipunt van
hefarm
(Figuur
8).
1. Lunspen van as van hefarm en ring
g003975
B.
Plaats het juk van de hefarm op de as van
het draagframe
C.
Steek de as van de hefarm in de hefarm en
zet deze vast met de ring en de lunspen
(Figuur
11.
Plaats het kapje op de as van het draagframe
7).
en het juk van de hefarm.
12.
Zet het kapje en de as van het draagframe vast
aan het juk van de hefarm met de borgpen.
Opmerking:
u een sturend maai-eenheid wenst, of de
opening als u de maai-eenheid in zijn stand wilt
vastzetten
g020321
1. Sleuf
13.
Bevestig de ketting van de hefarm aan de
kettingbeugel met de borgpen
12
Figuur 8
(Figuur
7).
8).
U kunt de sleuf gebruiken als
(Figuur
9).
Figuur 9
2. Opening
(Figuur
g003979
g200780
10).