NL
Display (
pos. 1, 3 en 4 in afb. 17)
Tekst
Storing 13
Systeemconfiguratie busdeelnemer veran-
derd of verwisseld
IPM verwarmingscircuit x bedrading en/of
codering controleren!
Storing 14
Systeemconfiguratie niet-toegestane bus-
deelnemer
Warmwaterbereiding wordt door verwar-
mingstoestel gestuurd. Warmwaterberei-
ding via IPM is niet geactiveerd!
Storing 14
Systeemconfiguratie niet-toegestane bus-
deelnemer
IPM voor boiler moet op codering 3 of hoger
zijn ingesteld.
Storing 19
Opslaan ingestelde parameters niet moge-
lijk
Storing 30
Temperatuurvoeler mengklep defect
Storing 31
Externe voeler aanvoertemperatuur defect
Storing 32
Boilervoeler defect
Storing 33
Temperatuurvoelers verkeerd aangesloten
Storing 34
Aangesloten temperatuurvoeler en functie
passen niet bij elkaar
Storing 40
Temperatuurvoeler T1 collectorveld 1 defect
Code Oorzaak
159
BUS-deelnemer veranderd of
vervangen.
117
Niet toegestane BUS-deelne-
mer:
118
Niet toegestane BUS-deelne-
119
mer:
202
BUS-deelnemer is geconfigu-
reerd, maar momenteel niet
beschikbaar.
7
Op IPM aangesloten tempera-
tuurvoeler mengklep (MF) de-
fect.
6
Op IPM aangesloten gemeen-
schappelijke temperatuurvoe-
ler (VF) defect.
8
Op IPM aangesloten tempera-
tuurvoeler boiler (SF) defect.
20
Op IPM zijn een temperatuur-
voeler boiler (SF en een tem-
peratuurvoeler mengklep (MF)
aangesloten.
21
Op de IPM zijn twee gemeen-
schappelijke temperatuurvoe-
lers aangesloten.
22
Op de IUM is een temperatuur-
voeler aangesloten.
23
Op de IPM aangesloten tempe-
ratuurvoeler en toegekende be-
drijfsstand passen niet bij
elkaar.
101
Kortsluiting in de voelerkabel
(T
).
1
102
Onderbreking van de voelerka-
bel (T
).
1
Storingen verhelpen | 67
Oplossing door installateur
Controleer de systeemconfigu-
ratie voor CV-circuit x en aan-
sluitingen op IPM voor CV-
circuit x.
Bepaal de niet toegestane
BUS-deelnemer en verwijder
deze uit de installatie.
Stel de IPM voor boiler op
code 3 of hoger in.
Systeemopbouw controleren,
systeemconfiguratie controle-
ren, evt. aanpassen en parame-
ters opnieuw instellen.
Controleer de temperatuurvoe-
ler mengklep (MF) en vervang
deze eventueel.
Gemeenschappelijke tempera-
tuurvoeler (VF) controleren en
evt. vervangen.
Temperatuurvoeler boiler (SF)
controleren en evt. vervangen.
Verwijder één van beide tem-
peratuurvoelers (SF of MF).
Verwijder één gemeenschappe-
lijke temperauurvoeler (VF).
Temperatuurvoeler verwijde-
ren en evt. codeerbrug plaat-
sen.
De temperatuurvoeler en toe-
gekende bedrijfsstand contro-
leren en evt. aanpassen.
Temperatuurvoeler (T
) con-
1
troleren en evt. vervangen.
6 720 617 171 (2008/07)