40 | Instellen van het HOOFDMENU
6.2.2 Temperatuurniveaus voor de bedrijfs-
standen
Menu: Verwarming > Parameter
Gebruik dit menu, om permanent de tempera-
tuurniveaus voor de 3 bedrijfsstanden
(Verwarmen
/ Sparen
passen op uw persoonlijke wensen en uw woon-
ruimte.
Menu: Verwarming > Parameter > Temperatuur-
niveaus
Gebruik dit menu om de gewenste ruimtetempe-
ratuur voor de bedrijfsstanden in te stellen.
Verwarmen
= maximaal benodigde tempe-
•
ratuur (b.v. wanneer personen aanwezig zijn
in de woonruimten en een comfortabele ruim-
tetemperatuur wensen). Volle segmenten in
het display geven de tijdsperiode aan, waar-
binnen deze bedrijfsstand actief is.
Sparen
= gemiddelde benodigde tempera-
•
tuur (b.v. wanneer een lagere ruimtetempera-
tuur voldoende is of wanneer alle personen
buitenshuis zijn of slapen en het gebouw niet
al te sterk mag afkoelen). Lege segmenten in
het display geven de tijdsperiode aan, waar-
binnen deze bedrijfsstand actief is.
Eco
= minimaal benodigde temperatuur
•
(b.v. wanneer een lagere ruimtetemperatuur
voldoende is of wanneer alle personen bui-
tenshuis zijn of slapen en het gebouw niet al
te sterk mag afkoelen). Houd rekening met
aanwezige planten en huisdieren.
De weergave van de segmenten
voor de CV-programma's C, D en F
(individuele temperatuurniveau-
profielen) zijn ook afhankelijk van
de hier ingestelde waarden.
Menustructuur en instelbereiken
6 720 617 171 (2008/07)
/ Eco
) aan te
pagina 32.
6.3
warmwaterprogramma
Hoofdmenu: Warmwater
Het warmwaterprogramma is alleen
beschikbaar bij FR 100 met code-
ring 1 op een CV-toestel met BUS-
compatibel Heatronic 3 en bij
FR 110 (
pagina 18).
Stel de warmwatertemperatuurre-
gelaar op het CV-toestel in op de
maximaal benodigde warmwater-
temperatuur. Voor FR 110: wanneer
een boiler in het secundaire circuit
op IPM is aangesloten, stel dan de
aanvoertemperatuurregelaar op het
CV-toestel op de rechteraanslag in.
Wanneer door het warmwaterpro-
gramma van een hoge naar een lage-
re temperatuur wordt
overgeschakeld, dan koelt het water
in de boiler niet direct af maar er
blijft zelfs nog langere tijd warm wa-
ter beschikbaar. Naverwarmen van
de boiler vindt pas plaats wanneer
de nieuwe gewenste temperatuur-
waarde wordt onderschreden.
hoofdstuk 4 op
NL