Inhoudsopgave
Advertenties
2.2 Bedrading naar kanaalconnectoren van module
Geleiderdoorsnede: 0,2 mm² tot 2,5 mm² (24 tot 16 AWG)
Striplengte: 10 mm
Het wordt aanbevolen om draad te gebruiken die de vereiste stroombelastingen kan dragen, gebruik bij twijfel draad met de
grootste dikte. Als u kabelschoenen gebruikt, gebruik dan de aanbevelingen van de fabrikant.
2.3 CAN ID
De buscommunicatie verloopt via een multi-drop CAN-netwerk en alle units zijn parallel aangesloten. Om een module correct
op de bus te laten werken, moet deze een uniek adres of ID-nummer hebben. Elk moduletype heeft hetzelfde basisadres
en is standaard ingesteld, het unieke deel van het adres wordt ingesteld met een decimale schakelaar, gemarkeerd met
"CAN ID" op de voorkant van de module.
Een CAN ID van "0" verwijdert de unit van de communicatiebus en zal niet gezien worden door de BlueLinQ Pro, modules
zullen nog steeds gevoed worden. Met een CAN ID van "1" tot "9" kan de BlueLinQ Pro met de module communiceren.
Opmerking: Op elk moduletype kunnen maximaal 9 modules op het systeem worden aangesloten.
Opmerking: Het is niet toegestaan om dezelfde CAN ID op twee modules van hetzelfde type te hebben.
Opmerking: Er zijn maximaal 30 modules toegestaan op de bus.
0 1
9
8
7
6 5
Gebruik een kleine platte schroevendraaier of iets dergelijks om het CAN ID-nummer voor de unit te selecteren.
2.4 LED-status
De rood/groene LED op de module geeft de voeding en status van de module aan.
Continu groen:
Knippert groen:
Continu rood:
Knippert rood:
De module heeft ook een groene of gele LED voor elk kanaal op de module. De LED-status is afhankelijk van het
moduletype.
6
2. Gestripte
kabel erin duwen
2
3
4
Module wordt van stroom voorzien en werkt OK.
Module wordt gevoed en wacht om verbinding te maken met de communicatiebus.
CAN-ID in positie 0, communicatie uitgeschakeld.
Twee of meer units ingesteld op dezelfde CAN ID, communicatiefout.
1. Druk omlaag
met een platte
schroevendraaier
of iets dergelijks
81307176-05
Advertenties
Inhoudsopgave
