Bedrading naar kanaalconnectoren van module ......................6 CAN ID ..................................6 LED-status ...................................6 Moduletypes ................................7 BlueLinQ DI-12 module (CA 811) ..........................7 BlueLinQ DO-8 module (CA 821) ..........................8 BlueLinQ AI-6 module (CA 831) ..........................8 BlueLinQ AO-6 module (CA 841) ..........................9 BlueLinQ TI-6 Module (CA 832) ..........................9 BlueLinQ LI-6 module (CA 861) ...........................10...
Er zijn zes moduletypes die specifieke functies bieden, namelijk: BlueLinQ DI-12 module (CA 811): Digitale ingangsmodule voor aansluiting van maximaal 12 digitale ingangen. BlueLinQ DO-8 module (CA 821): Digitale uitgangsmodule voor aansluiting van maximaal 8 digitale uitgangen.
Pagina 5
De bedradingsset bestaat uit twee schroefklemmen, één die direct in de Veldbus en Power-connector op de BlueLinQ Pro wordt gestoken en de andere in de busconnector op de montagerail aan één uiteinde van de modules die in serie op de DIN-rail staan.
2.2 Bedrading naar kanaalconnectoren van module 1. Druk omlaag met een platte schroevendraaier of iets dergelijks 2. Gestripte kabel erin duwen Geleiderdoorsnede: 0,2 mm² tot 2,5 mm² (24 tot 16 AWG) Striplengte: 10 mm Het wordt aanbevolen om draad te gebruiken die de vereiste stroombelastingen kan dragen, gebruik bij twijfel draad met de grootste dikte.
3 Moduletypes 3.1 BlueLinQ DI-12 module (CA 811) De BlueLinQ DI-12 heeft 12 geïsoleerde digitale ingangen. Er zijn 6 4-weg gebruikersaansluitingen en elk heeft een paar geïsoleerde digitale ingangen. Aantal ingangen (DI): 12 (Configureerbare logica) Ingangsweerstand: 8.2 kΩ Ingangsspanning: 0-30 VDC Min.
3.2 BlueLinQ DO-8 module (CA 821) De BlueLinQ DO-8 heeft maximaal 8 digitale uitgangen. Er zijn 4 3-weg gebruikersaansluitingen en elk heeft een paar digitale uitgangen. Eén connector aan elke kant van de module heeft ook een spanningsingang voor de 4 digitale uitgangssignalen aan die kant.
Om een apparaat met eigen voeding aan te sluiten, sluit u het signaal aan op de AIN van de connector en sluit u een kabel aan tussen de negatieve klem van het apparaat en V- op de connector om hetzelfde aardpotentiaal te krijgen voor zowel het apparaat als de module.
Positie Functie Positie Functie Positie Functie Positie Functie Positie Functie Positie Functie AIN1 AIN2 AIN3 AIN4 AIN5 AIN6 VBIAS1 VBIAS2 VBIAS3 VBIAS4 VBIAS5 VBIAS6 Hieronder ziet u een voorbeeldaansluiting van een 2-draads PT100 of een PTC. Merk op dat Vbias extern op de connector met AIN+ moet worden verbonden.
4 Tabel met specificaties BlueLinQ BlueLinQ BlueLinQ BlueLinQ BlueLinQ BlueLinQ DI-12 module DO-8 module AI-6 module AO-6 module TI-6 module LI-6 module (CA 811) (CA 821) (CA 831) (CA 841) (CA 832) (CA 861) Stroomverbruik <1 W <1 W <5 W <5 W <2 W <2 W...