Inhoudsopgave
Advertenties
E-68 Handleiding
uw E-68– zijn multitimbraal, dat betekent dat ze
verschillende partijen met verschillende klanken
tegelijk kunnen weergeven.
Dit is niet moeilijk te begrijpen, denk maar aan uw
E-68: zijn Arranger kan de drums, de bas, en tot drie
begeleidingsparts weergeven en biedt u daarbij nog
de mogelijkheid om tot vier Realtime Parts
(Upper1, Upper2, Lower, en Manual Bass) zelf te
spelen. Multitimbraliteit is nu precies die mogelijk-
heid om al die Parts met verschillende Tones (of
klanken) weer te geven.
Tip: Naast het klavier van de E-68 kunt u ook MIDI-stuur-
bronnen gebruiken om de Realtime Parts aan te sturen.
Dat kunnen trigger-to-MIDI instrumenten zijn (TD-7,
TD-5, SPD-11, Octapad II), gitaar-naar-MIDI instru-
menten (GR-1, GR-09, GI-10) en andere instrumenten die
MIDI-data genereren (bijvoorbeeld MIDI-blaasinstru-
menten of een MCR-8 faderpaneel).
Opmerking: Alle Parts van de E-68 zijn ingesteld om
MIDI-commando's te ontvangen. Lijken ze niet te reageren
op commando's uit een externe stuurbron, controleer dan of
de MIDI OUT van de externe stuurbron wel degelijk is aan-
gesloten op de MIDI IN van uw E-68.
MIDI-parameters editen (algemene
werkwijze)
TONE
STYLE
SONG
PARAMETER
MIDI
Volgens de onderstaande richtlijnen kunt u alle
MIDI-parameters die op de volgende bladzijden aan
bod komen via het display editen.
1 Druk op [FUNCTION/EXIT] tot de pijl naast
"MIDI" staat.
2 Kies met de TRANSP/DATA [+]/[–] knoppen de
parameter die u wilt editen.
3 Kies met de OCTAVE/VALUE [+]/[–] knoppen de
gewenste waarde voor deze parameter.
4 Druk nogmaals op [FUNCTION/EXIT] wanneer u
de MIDI mode wilt verlaten.
48
UP1 TxRx, UP2 TxRx,
Basic Ch....
Off, 1,2,3...
11.2 MIDI in de E-68 mode
(GM/GS uit)
We herhalen nog eens dat in deze inleiding het laat-
ste woord over MIDI (uiteraard) niet is gezegd. We
hebben u slechts een idee proberen te geven van wat
u ermee kunt doen, en we hopen dat we u hebben
warm gemaakt voor een ontdekkingsreisje door het
boeiende MIDI-landschap.
Opmerking: De MIDI-instellingen hoeft u niet op te slaan.
De E-68 onthoudt ze namelijk automatisch. Met de Resume
functie (zie blz. 46) kunt u eventueel alle MIDI-parameters
opnieuw op hun standaardwaarden instellen.
Ontvangst- (Rx) en zend- (Tx) kana-
len
De zend- en ontvangstkanalen kunt u voor alle Parts
apart wijzigen, maar we raden u aan dit niet te doen
tenzij dit de enige manier is om bepaalde MIDI-pro-
blemen op te lossen. De kanaalverdeling volgt
namelijk een impliciete standaard die Roland in alle
recente instrumenten uit de E-, G-, SC- en RA-serie
heeft gebruikt. Bovendien garanderen deze instel-
lingen de beste GM/GS compatibiliteit.
In de onderstaande tabel ziet u voor welke Parts u
het MIDI-kanaal kunt instellen.
Upper 1
Upper 2
Lower
Manual Bass
Manual Drums
Accompaniment
Drums
Accompaniment Bass
Accompaniment 1
Accompaniment 2
Accompaniment 3
Receive only 1
Receive only 2
Receive only 3
Uitleg
1 De naam die in het display verschijnt. "RxTx"
betekent "MIDI zend- en ontvangstkanaal". "Rx"
betekent "MIDI ontvangstkanaal", deze Parts
kunnen met andere woorden enkel MIDI-com-
mando's ontvangen.
2 Volledige naam van de Part.
3 Mogelijke instellingen. Kies OFF als u wilt dat de
Parts geen MIDI-commando's ontvangen (Rx
Parts) of ontvangen en zenden (alle overige
Parts).
↔
Off, 1~16
4
Song Part 4
↔
Off, 1~16
6
Song Part 6
↔
Off, 1~16
11
Song Part 11
↔
Off, 1~16
12
Song Part 12
↔
Off, 1~16
16
Song Part 16
↔
Off, 1~16
10
Song Part 10
↔
Off, 1~16
2
Song Part 10
↔
Off, 1~16
7
Song Part 7
↔
Off, 1~16
8
Song Part 8
↔
Off, 1~16
9
Song Part 9
↔
Off, 1~16
1
Song Part 1
↔
Off, 1~16
3
Song Part 3
↔
Off, 1~16
5
Song Part 5
Advertenties
Inhoudsopgave
