Andere Style divisie kiezen
Zoals we hierboven reeds zeiden, kunt u begeleidin-
gen professioneler laten klinken door verschillende
patronen af te wisselen. U kunt de volgende niveaus
en divisies selecteren:
Basic en Advanced
Druk op de Arranger [ADVANCED] knop (de indi-
cator dooft) om de Basic version van de Music Style
te selecteren (op blz. 25 vindt u meer informatie
over Basic en Advanced). Druk nogmaals op de
[ADVANCED] knop (de indicator licht op) om de
Advanced begeleiding te selecteren.
Original en Variation
Druk op de Style [VARIATION] knop (de indicator
dooft) om de "normal" Basic Music Style begelei-
ding te kiezen. We maakten u reeds duidelijk dat
Basic/Original de eenvoudigste van de vier begelei-
dingspatronen is. Het tweede begeleidingsniveau
kiest u door op [VARIATION] te drukken (de indi-
cator licht op) terwijl de Basic mode actief is. In de
Advanced mode gaat u op dezelfde manier te werk,
wat u dus een totaal van vier begeleidingen per
Music Style oplevert (te vermenigvuldigen maal
drie, zie volgende paragraaf).
Majeur, mineur, septiem
Het gaat hier om een "onzichtbare" Style divisie van
de E-68. Het zal u op een bepaald moment wel
beginnen opvallen dat de Intro en Ending patronen
van een Music Style anders klinken naar gelang u
een ander akkoord speelt. Wat dat betreft zijn er drie
mogelijkheden:
Druk voordat u verdergaat op [STYLE], TONE/
STYLE [8] en [5] om de 85 Musette Style te kiezen
(meer details over het kiezen van Styles vindt u
op blz. 27). Druk op [INTRO/ENDING] en Synchro
[START]. De overeenkomstige indicators moeten
oplichten. Speel nu een majeur akkoord, stop de
Arranger en probeer het vervolgens eens met
een septiemakkoord en een mineurakkoord. Luis-
ter naar de verschillen.
Voor bepaalde divisies (zoals Intro's en Endings)
zijn er dus drie varianten beschikbaar, wat een
behoorlijke uitbreiding van het totale aantal divisies
betekent.
Spelen met begeleiding - Arranger, Music Style functies
Fills: To Original en To Variation
Activeer Chord [MEMORY]. Speel een akkoord in
de linker klavierhelft en start de weergave van de
huidige Style door op [START/STOP] te drukken.
Fill In [TO ORIGINAL] en [TO VARIATION] zijn
twee fills (of overgangen) die u aan het einde van
een muzikale zin (strofe, refrein, brug) kunt plaat-
sen. Door op één van deze twee knoppen te drukken
slaat u twee vliegen in één klap:
In de Original mode
De Original Fill wordt
TO
weergegeven, maar
ORIGINAL
daarna hoort u opnieuw
de Original begeleiding.
De Variation Fill wordt
TO VARIA-
weergegeven, waarna
TION
de Variation begeleiding
overneemt.
Probeer dit eens uit. Druk eerst op [TO VARIA-
TION], daarna op [TO ORIGINAL].
Beschouw een Fill gewoon als het moment in een
stuk wanneer de drummer even een roffel kan spe-
len, en de bassist en toetsenist hier en daar een paar
noten aan hun begeleiding toevoegen.
Fill-Ins duren één maat, maar u kunt ze op de vol-
gende manier ook korter maken: druk op [TO
VARIATION] of [TO ORIGINAL] op de eerste tot
en met de voorlaatste tel van een maat (dus de 1ste,
2de of 3de tel van een 4/4 maat, of de 1ste of 2de tel
van een 3/4 maat) De Fill begint dan onmiddellijk
en duurt tot het einde van de huidige maat. Drukt u
op de [TO VARIATION] of [TO ORIGINAL] knop
in de laatste tel van de huidige maat, dan begint de
Fill op de eerste tel van de volgende maat en duurt
hij heel die maat.
Opmerking: U kunt de [TO ORIGINAL] of [TO VARIA-
TION] knop ook gebruiken om de weergave van de Style te
starten. Let wel: in dat geval kiest de Arranger steeds de Ori-
ginal begeleiding.
Stop de weergave van de Style door op [START/
STOP] te drukken.
Intro en Ending
Door vanuit een "stilstaande" Style op de [INTRO/
ENDING] knop (de indicator licht op) te drukken
maakt u de Style klaar voor weergave, voorafge-
gaan door een Intro. Om de weergave echt te starten
drukt u op [START/STOP] of activeert u Synchro
[START] en speelt u links een paar noten.
In de Variation mode
De Original fill wordt
weergegeven, waarna
de Original begeleiding
overneemt.
De Variation Fill wordt
weergegeven, maar
daarna hoort u opnieuw
de Variation begeleiding.
25