E-68 Handleiding
Bediening
5
Bij het ontwerpen van de E-68 hebben we rekening gehouden met u, de muzikant. Dat heeft ondermeer geresul-
teerd in het nieuw grafisch display. Dit biedt veel informatie op een duidelijk geordende manier en stelt u in staat
om in een oogopslag alle instellingen van het frontpaneel te overzien.
Bij oudere Roland instrumenten moest u vaak het display en de indicators op de knoppen bekijken om te weten
welke functie er precies geselecteerd was. Het nieuwe display bundelt al deze informatie op één plaats. Bovendien
worden de meeste instellingen aangeduid door middel van intuïtieve iconen en symbolen. Op die manier grijpt u
zelden naast de gewenste functie en kunt u zich beter op uw muziek concentreren.
5.1 Informatie in het display
Het display van de E-68 is onderverdeeld in ver-
schillende secties. De meeste daarvan duiden aan of
u bepaalde knoppen al dan niet hebt ingedrukt, ter-
wijl andere de waarde aangeven die u voor een
bepaalde functie hebt ingesteld.
Opmerking: Iconen die niet in het display verschijnen bete-
kenen meestal dat de betreffende functies zijn uitgeschakeld
of in de huidige context niet relevant zijn.
We gaan al die iconen in het display hier niet één
voor één onder de loep nemen. U komt ze nog wel
tegen als we de overeenkomstige functies bespre-
ken.
1
2
UPPER 1
TONE
UPPER 2
STYLE
M.BASS
LOWER
M.DRUMS
SONG
PERFORMANCE
TEMPO
ONE TOUCH
PARAMETER
A¡£
¡™º
MIDI
ALL
ACC / 1
MAN / 2
3
5
1 Performance/One Touch geheugen
Hier wordt het nummer van het geselecteerde Per-
formance of One Touch geheugen afgebeeld. Van
dit soort geheugens kan er nooit meer dan één tege-
lijk actief zijn.
2 Tone/Part/Style nummer
Afhankelijk van de mode waarin u zich bevindt
(Standaard E-68 mode of GM/GS mode) wordt in
dit veld het nummer van de Tone, Style of Part afge-
beeld. De Tone waarvan het nummer en de naam
worden afgebeeld is op dat moment toegewezen aan
de huidig geselecteerde Realtime Part (waarvan de
naam in de linker bovenhoek wordt afgebeeld). In
de Parameter mode (zie blz. 43) wordt in dit veld de
waarde van de huidig geselecteerde parameter afge-
beeld (zie (4)).
12
3
4
EnglHorn
WHOLE UPPER
TONE VARIATION
™
ARRANG SPLIT
LOWER SPLIT
CHORD
TRANSPOSE
OCTAVE
MEASURE
WHOLE M.DRUMS
±¡
º
™£
LOAD
SAVE
KBD VELO
REPEAT
DELETE
REVERB
UP2 LAYER
DISK COPY
CHORUS
UP2 MEL INT
MEMORY
CHORD INT
FORMAT
6
7 8
9
3 Variation/Drum Pattern
In dit veld wordt het nummer afgebeeld van de Tone
Variation of het Drum Pattern die/dat u hebt gese-
lecteerd. In de Parameter mode beeldt dit veld de
tientallen achter de komma af. Dat is onder andere
het geval voor de Master Tune parameter.
4 Naam van Tone/Style/Part/parameter
In dit veld wordt de naam afgebeeld van de Tone,
Style, Recorder Part of parameter die u hebt gese-
lecteerd.
5 Tempo veld
In dit veld wordt het tempo afgebeeld voor de weer-
gave van de Style of Recorder. De punten naast de
tempowaarde knipperen in de maat van het geselec-
teerde tempo. Als u de weergave van een Style,
Recorder of demosong stopt knippert enkel het eer-
ste punt.
6 Transpose veld
In dit veld wordt het gekozen transpositie-interval
afgebeeld. U kunt enkel Realtime parts (uitgezon-
derd de Manual Drums part) transponeren.
7 Octave veld
In dit veld wordt de octaafligging afgebeeld die u
hebt gekozen voor de Realtime part waarvan de
naam in de linker bovenhoek wordt afgebeeld
(Upper1, Upper2, Lower of M.Bass; de M.Drums
part kunt u niet verschuiven).
8 Measure veld
In dit veld wordt het nummer van de maat afgebeeld
die de Recorder op dat moment weergeeft. Dat lukt
enkel in de GM/GS mode – dus wanneer u de
Recorder gebruikt.
9 Chord Symbol venster
In dit venster wordt de naam afgebeeld van het laat-
ste akkoord dat u links van het splitpunt (in ARRNG
SPLIT of LOWER SPLIT mode) hebt gespeeld.
Met de afgebeelde informatie kan bijvoorbeeld de
gitarist in uw groep zijn voordeel doen.