Het Garmin FrontVü dieptealarm instellen
Garmin FrontVü sonar en het Garmin FrontVü diepte-alarm zijn slechts hulpmiddelen voor situationeel
bewustzijn en voorkomen misschien niet onder alle omstandigheden dat u aan de grond loopt. Naarmate de
snelheid van het schip de 8 knopen nadert en overschrijdt, neemt uw vermogen af om effectief te reageren
op de informatie die door de sonar en/of het alarm wordt gegeven. Het is uw verantwoordelijkheid om tijdens
het varen bewust te blijven van uw omgeving en om uw vaartuig op een veilige en verantwoorde manier te
besturen. Als u dit niet doet, kan dat leiden tot een ongeval en kunnen eigendommen beschadigd raken, of kan
dit persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben.
De instelling Zoemer moet zijn ingeschakeld om alarmen te laten horen
pagina 192). Het niet instellen van akoestische alarmen kan leiden tot letsel of schade aan eigendommen.
OPMERKING: Dit alarm is alleen beschikbaar met Panoptix Garmin FrontVü transducers.
U kunt een alarm laten afgaan als de diepte afneemt tot onder een ingestelde waarde. Voor de beste resultaten
stelt u de boegcorrectie in bij het gebruik van het aanvaringsalarm
1 Selecteer in de Garmin FrontVü sonarweergave Opties > FrontVü alarm.
2 Selecteer Aan.
3 Voer de diepte in waarbij het alarm moet afgaan en selecteer OK.
Een dieptelijn op het Garmin FrontVü scherm laat de diepte zien waarop het alarm is ingesteld. De lijn is
groen als u op een veilige diepte vaart. De lijn wordt geel als u sneller voorwaarts gaat dan het voorwaartse
sonarbereik u tijd geeft om te reageren (10 seconden). De lijn wordt rood en klinkt een alarm als het systeem
een obstructie detecteert of als de diepte minder is dan de ingevoerde waarde.
LiveVü en Garmin FrontVü weergave-instellingen
Selecteer in een LiveVü of Garmin FrontVü Panoptix sonarweergave Opties > Echoloodinstelling > Presentatie.
Kleurenschema: Hiermee stelt u het kleurenpalet in.
Kleurversterking: Past de intensiteit van de kleuren op het scherm aan.
U kunt hogere kleurversterkingswaarden selecteren om doelen hoger in de waterkolom te zien. Een hogere
kleurversterkingswaarde zorgt er ook voor dat u echoreflecties met lage intensiteit hoger in de waterkolom
kunt onderscheiden, maar dit gaat ten koste van het onderscheid tussen bodemreflecties. U kunt een
lagere kleurversterkingswaarde selecteren voor doelen die zich dichter bij de bodem bevinden, zodat u kunt
onderscheiden tussen doelen en signalen met hoge intensiteit zoals zand, rotsen en modder.
Sporen: Hiermee stelt u in hoe lang de sporen op het scherm worden weergegeven. De sporen tonen de
beweging van het doel.
Bodem vullen: Kleurt de bodem bruin om deze te onderscheiden van water.
LiveVü en Garmin FrontVü lay-outinstellingen
Selecteer in een LiveVü of Garmin FrontVü Panoptix sonarweergave Opties > Echoloodinstelling > Lay-out.
Grid overlay: Geeft een raster van bereiklijnen weer.
Scroll-geschiedenis: Hiermee wordt de sonargeschiedenis aan de zijkant van het scherm weergegeven.
Bundelpictogram: Hiermee selecteert u het pictogram dat wordt gebruikt om de richting van de
transducerbundel weer te geven.
Schermbediening: Hiermee toont u de schermknoppen.
Compressiebereik: Bij de weergave Vooruit wordt het voorwaartse bereik verder van de boot gecomprimeerd
en het bereik dichter bij de boot vergroot. Hierdoor kunt u objecten die dichterbij zijn duidelijker zien, maar
blijven objecten verder weg wel op het scherm staan.
98
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
(Scherm- en geluidsinstellingen,
(De boegcorrectie instellen,
pagina 100).
Viszoeker met sonar