5 Loodgieterswerk
Alle loodgieterwerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd door een bevoegde
loodgieter.
5.1 Technische gegevens van
waterbatterijen
Unit
Waterbatterij-
aansluiting
S12 X/R
R 1/2"
S20 X/R
R 3/4"
S30 X/R
R 3/4"
Zie www.fl exit.com voor verdere techniche
informatie betreffende de warmwater batterij.
3-wegklep
Pomp
Fig. 3 Aanbevolen koppeling
Type pijp
cu Ø12
cu Ø18
cu Ø18
Warm water uit
boilerinstallatie
Smoorklep
Waterbatterij voor
inlaatluchtsysteem
5.2 Eventuele kleptypes
3-wegklep, type Honeywell bij capaciteit:
1,6 kvs art.nr.
56232
2,5 kvs art.nr.
57228
4,0 kvs art.nr.
56283
2-wegklep, type Honeywell bij capaciteit:
1,6 kvs art.nr.
56432
2,5 kvs art.nr.
56433
4,0 kvs art.nr.
56434
5.3 Eventuele klepmotor
Klepmotor Honeywell
0 - 10V, type: M7410E102
5.4 Koppelingen
Voorafgaand aan het aansluiten van de
waterbatterij moet worden gecontroleerd of
de inspectiedeuren bereikbaar zijn en of er
voldoende ruimte is om de waterbatterij te
vervangen.
Gebruik de aanbevolen koppeling (zie fi g. 3), tenzij
anders aangegeven. De watertoevoer moet aan de
onderkant van de waterbatterij zitten - de retour moet
bovenaan zitten.
Plaats de regelklep zo dicht mogelijk bij de unit. (Veel
klepmotoren kunnen in beide richtingen werken (in te
stellen op de motor). Stel deze zo in dat de klep opent
bij een stijgend 0-10V signaal.)
Bij waterbatterijen zonder glycol (of een andere an-
tivries) moet de unit in een verwarmde ruimte staan
vanwege bevriezingsgevaar. Monteer veerbelaste
kleppen voor de buitenlucht. Plaats de unit bij een af-
voerputje om schade door eventuele waterlekkage te
voorkomen.
Monteer pijptracés voor de waterbatterij zo dat motor
en wisselaarcassette vrij bereikbaar zijn.
Denk aan de trillingsdemping van de waterpijpen.
Werking van de waterbatterij:
Kijk voor de plaatsing van pijpen uit de unit op de
overzichtsafbeelding in hoofdstuk 2.3.
Monteer de waterbatterij zo dat motor en
wisselaarcassette vrij bereikbaar zijn.
Pijptracés voor waterpijpen:
Denk aan de trillingsdemping van de water-
pijpen.
9