De Reverb-diepte wijzigen
De diepte van de Reverb kan u instellen (0Ð10) voor de
volgende Parts. U kan voor elke Part aparte instellingen
maken.
fig.11-05
Part
Accomp (Automatische Begeleiding behalve
Bas), Rhythm, M.Drums, M.Perc, A.Bass
(Baspartij van de Automatische Begeleiding),
P.Organ, P.Orch, L.Organ, L.Symph, L.Orch,
L.Ftg (Lower Footage; enkel AT-90R),U.Organ,
U.Symph, U.Orch, U.Ftg (Upper Footage; enkel
AT-90R), Solo
Instelling 0 Ð 10
AUTO (Accomp, Rhythm, A.Bass)
Voor de drie Parts van de Accomp, Rhythm en Accompa-
niment Bass hebt u de mogelijkheid om de ÒAUTOÓ-
instelling te kiezen. Parts waarvoor ÒAUTOÓ gekozen is,
worden ingesteld op de Reverb Depth die het meest geschikt
is voor het momenteel geselecteerde ritme.
De Sustain-lengte wijzigen
De lengte van de Sustain (SHORT, MIDDLE (Medium) of
LONG) kan voor het Upper- en Lower-klavier en het Bass
Pedalboard onafhankelijk ingesteld worden. U kan dus een
aparte instelling maken voor elk klavier.
fig.11-06
Klavier
Upper, Lower, Pedal
Instellingen
SHORT, MIDDLE, LONG
Rotary Speed
Met deze instelling kan u de snelheid van het Rotary-effect
fijn afregelen. U kan kiezen uit drie snelheden.
fig.11-07
Instellingen SLOW, NORMAL, FAST
* Deze instelling blijft in het geheugen zitten, ook al schakelt u het
toestel uit.
Rotary Color
Met deze instelling regelt u de helderheid van het Rotary-
geluid wanneer u het Rotary-effect gebruikt.
fig.11-08
Instellingen
BRIGHT, MELLOW
* Deze instelling blijft in het geheugen zitten, ook al schakelt u het
toestel uit.
De Effecten instellen
113