Temperatuur- en deuralarm
Gevaar voor de gezondheid door
het eten van bedorven levensmidde-
len.
Is de temperatuur vrij lang hoger dan
-18 °C, dan kunnen de diepvriespro-
ducten geheel of gedeeltelijk zijn ont-
dooid. Daardoor zijn de levensmid-
delen korter houdbaar.
Controleer of de diepvriesproducten
geheel of gedeeltelijk zijn ontdooid.
Gebruik deze levensmiddelen in dat
geval dan zo snel mogelijk of kook of
bak ze, alvorens ze opnieuw in te
vriezen.
Temperatuuralarm
Het koelapparaat heeft een tempera-
tuuralarm waarmee wordt voorkomen
dat de temperatuur in het apparaat
ongemerkt stijgt.
Als de temperatuur in de diepvrieszone
te hoog wordt, wordt in de temperatuur-
aanduiding ervan
Bovendien klinkt er een zoemer totdat
de alarmsituatie wordt beëindigd of de
zoemer voortijdig wordt uitgeschakeld.
Afhankelijk van de ingestelde tempera-
tuur zal het koelapparaat melden of de
temperatuur te veel gestegen is.
56
getoond.
Een temperatuuralarm wordt vóór een
deuralarm aangegeven.
Het waarschuwingssignaal klinkt en
het lampje brandt in de volgende situ-
aties:
- Als u het koelapparaat inschakelt
en als de temperatuur die op dat
moment in een temperatuurzone
heerst, te veel verschilt van de
temperatuur die u heeft ingesteld.
- Als u diepvriesproducten in het ap-
paraat legt of eruit haalt en daarbij
te veel warme lucht in het apparaat
komt.
- Als u een vrij grote hoeveelheid le-
vensmiddelen invriest.
- Als u verse levensmiddelen invriest
die nog warm zijn.
- Als er een stroomstoring is.
- Als het koelapparaat defect is.
Voordat u het temperatuuralarm uit-
schakelt, moet de oorzaak voor het
temperatuuralarm worden vastge-
steld en opgelost.
Als het waarschuwingssignaal storend
is, kunt u het vroegtijdig uitschakelen.
Raak OK aan.
De waarschuwing is bevestigd:
uit en het waarschuwingssignaal houdt
op.
In het display verschijnt het startscreen:
in de temperatuurweergave van de
diepvrieszone verschijnt knipperend ge-
durende ca. 1 minuut de hoogste tem-
peratuur, die tot dan in de diepvrieszo-
gaat