Eerst lezen
Namen van onderdelen en functies
Bedieningspaneel/indicatorpaneel
Lampjes LUCHTMONITOR-instelling [wit]
Geeft de LUCHTMONITOR-instelling aan.
• µg/m
3
(PM2.5-concentratie)
• °C (actuele binnentemperatuur)
• % (actuele vochtigheidsgraad binnenshuis)
BRIGHTNESS-knop (HELDERHEID)
Tijdens de werking kunt u met elke druk op deze knop de helderheidsniveaus van de
lampjes op het bedieningspaneel doorlopen.
Te gebruiken als de helderheid van een lampje een probleem is tijdens het slapen.
• De volgende lampjes gaan niet uit, ook al staat de helderheid op UIT.
[STAND-lampje, VENTILATOR-lampje, Kinderbeveiligingslampje, Communicatielampje].
11
Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging is actief als
(Uitschakelen door
Lampje kinderbeveiliging [wit]
Het lampje brandt wanneer de kinderbeveiliging actief is. Wanneer het lampje
brandt, zijn de handelingen beperkt. Wanneer u op een knop drukt, klinkt een
toon (3 korte bieptonen) om verkeerde bediening door kleine kinderen te
voorkomen.
Opmerking
• Als de stkker van de unit uit het stopcontact wordt gehaald terwijl de
kinderbeveiliging actief is, wordt de kinderbeveiliging uitgeschakeld.
AIR MONITOR knop (LUCHTMONITOR)
Hiermee kunt u het item wijzigen dat u in de lucht wilt
controleren. (PM2.5, temperatuur of vochtigheid)
ongeveer 2 seconden wordt ingedrukt.
2 seconden in te drukken)
HELDER
GEDIMD
UIT