> Tik op «Zet de naaivoet omhoog» om in te stellen dat de naaivoet na het afhechten omlaag blijft.
> Tik opnieuw op «Zet de naaivoet omhoog» om in te stellen dat de naaivoet na het afhechten omhoog
wordt gezet.
> Tik op «Afhechten» om automatisch afhechten uit te schakelen.
> Tik opnieuw op «Afhechten» om automatisch afhechten in te schakelen.
Toets «Draadafsnijder» programmeren
Het automatisch afhechten, voordat de draad wordt afgesneden, kan worden geprogrammeerd.
> Tik op «Setup-programma».
> Tik op «Naai-instellingen».
> Tik op «Toetsen en symbolen programmeren».
> Tik op «Toets Draadafsnijder programmeren».
> Tik op «Afhechten» om in te stellen dat 4 afhechtsteken op dezelfde plaats worden genaaid.
> Tik op «Afhechtsteken vooruit» om in te stellen dat opeenvolgende afhechtsteken worden genaaid.
> Tik op «Min» of «Plus» om in te stellen hoeveel opeenvolgende afhechtsteken na elkaar worden
genaaid.
> Tik op «Afhechtsteken op dezelfde plaats» om in te stellen dat 4 afhechtsteken op dezelfde plaats
worden genaaid.
> Tik op «Afhechten» om automatisch afhechten uit te schakelen.
> Tik opnieuw op «Afhechten» om automatisch afhechten in te schakelen.
Naaivoetstand instellen bij naaldstop onder
Als de naald omlaag staat, kunnen 3 verschillende naaivoetstanden worden gekozen: naaivoet omlaag,
naaivoet wordt in de zweefpositie gezet en naaivoet op maximale hoogte instellen.
> Tik op «Setup-programma».
> Tik op «Naai-instellingen».
Setup-programma
51