Puntlastijd (Spot Time)
Door middel van de schuiftoetsen 31 en 32 wordt het
indicatielampje op het symbool 24 - Figuur 1 Pag. 6.)
gebracht; door vervolgens aan de knop 30 te draaien,
wordt de duur in seconden van de puntlasimpuls
ingesteld. Waardenbereik tussen 0,1 sec. en 10 sec.
Balancering van de golfvorm
Door middel van de schuiftoetsen 31 en 32 wordt het
indicatielampje op het symbool 25 - Figuur 1 Pag. 6.)
gebracht; door vervolgens aan de knop 30 te draaien,
wordt de balancering van de diverse golfvormen tijdens
gepulste TIG ingesteld.
De balancering van de golfvorm kan worden ingesteld
binnen een waardenbereik van 1 tot 99 voor frequenties
tussen 0,3 Hz en 15 Hz, voor hogere frequenties (tot 250
Hz) neemt het bereik op lineaire wijze af totdat het
tussen de waarden 30 en 70 ligt (zie afbeel- ding 2).
Balancering van de golfvormen
Figuur 2
BALANCERING VAN DE GOLFVORMEN
Nederlands
24
25
11
Frequentie gepulste gelijkstroom
Door middel van de schuiftoetsen 31 en 32 wordt het
indicatielampje op het symbool 26 - Figuur 1 Pag. 6.)
gebracht; door vervolgens aan de knop 30 te draaien,
wordt de frequentie voor gepulst TIG DC lassen
ingesteld.
De frequentie kan in de volgende bereiken worden
ingesteld:
Tussen 0,3Hz en 1Hz in stappen van 0,1 Hz.
Tussen 1 Hz en 250Hz in stappen van 1 Hz.
Daaltijd
Door middel van de schuiftoetsen 31 en 32 wordt het
indicatielampje op het symbool 27 - Figuur 1 Pag. 6.)
geplaatst; door vervolgens aan de knop 30 te draaien,
wordt de tijd in seconden ingesteld waarin de
eindlasstroom moet worden bereikt bij het lassen in 4
fasen, of annulering van de nominale lasstroom bij
lassen in 2 fasen. Waardenbereik tussen 0 sec. en 10
sec.
Eindstroom
Door middel van de schuiftoetsen 31 en 32 wordt het
indicatielampje op het symbool 28 - Figuur 1 Pag. 6.)
gebracht; door vervolgens aan de knop 30 te draaien,
wordt de waarde van de eindstroom in de modus TIG-
lassen met 4 fasen ingesteld. Waar- denbereik tussen
Imin en nominale lasstroom.
26
27
28
Nederlands