Lassen in vier fasen
Alleen actief in de TIG-modus.
Druk op de schuiftoets 8 - Figuur 1 Pag. 6.) totdat het
indicatie- lampje op het symbool 6 - Figuur 1 Pag. 6.)
staat. In deze modus werkt de drukknop van de
lasbrander in vier fasen, om lassen in automatisch
bedrijf mogelijk te maken. Wanneer de knop van de
lasbrander de eerste keer wordt ingedrukt, wordt de
gasstroom geactiveerd, en wanneer de knop vervolgens
losgelaten wordt, wordt de lasboog ontstoken. De
tweede keer dat de knop van de lasbrander wordt
ingedrukt, wordt het lassen onderbroken, en wanneer hij
vervolgens losgelaten wordt, wordt de gasstroom ge-
stopt. (Zie ook Deel 9).
Puntlassen
Alleen actief in de TIG-modus.
Druk op de schuiftoets 8 - Figuur 1 Pag. 6.) totdat het
indicatielampje op het symbool 7 - Figuur 1 Pag. 6.)
staat. In deze modus kunt u tijdgeschakeld puntlassen,
waarbij de tijd kan worden ingesteld zoals beschreven
wordt onder referentie 24 - Puntlastijden (Spot time).
Gepulst TIG
Voor gepulst lassen moet, nadat de TIG-lasmodus (Lift
of HF) is geselecteerd, de schuifknop 11 - Figuur 1 Pag.
6.) ingedrukt gehouden worden totdat het indicatielampje
op symbool 9 - Figuur 1 Pag. 6.) komt. In deze modus
pulseert
de
stroom
minimumwaarde die kunnen worden ingesteld zoals
beschreven
wordt
onder
Nominale lasstroom en 23: Begrensde stroom.
TIG DC
Voor TIG DC-lassen (Tig met gelijkstroom), moet nadat
de TIG- modus (Lift of HF ) is geselecteerd, de
schuiftoets 11 - Figuur 1 Pag. 6.) ingedrukt gehouden
worden totdat het indicatielampje op symbool 10 - Figuur
1 Pag. 6.) komt.
Remote
Door op schuiftoets 14 - Figuur 1 Pag. 6.) te drukken
totdat het indicatielampje op symbool 12 - Figuur 1 Pag.
6.) komt, wordt de afstandsbediening vrijgegeven.
Local
Door op schuiftoets 14 - Figuur 1 Pag. 6.) te drukken
totdat het indicatielampje op symbool 13 - Figuur 1 Pag.
6.) komt, wordt de afstandsbediening vrijgegeven.
Nederlands
tussen
een
maximum-
respectievelijk
punt
Indicatielampje ingreep alarmen
Als er zich één van de mogelijke alarmen
voordoet, gaat het indi- catielampje 15 - Figuur 1 Pag.
6.) branden en tegelijkertijd ook het display 17 - Figuur 1
Pag. 6.) Hier volgt een overzicht van de mogelijk
alarmen, de bijbehorende meldingen en de handelingen
die nodig zijn om de generator te herstellen:
DISPLAY
Onvoldoende
lijnmagneetschake- laar is open of er is
–– –– ––
geen ingangsspanning, er wordt geen
enkele spanning gereguleerd.
Interface-connector los, geen hulpspanning
LtF
24V
interface-problemen
Te
vermogensomzetter.
ThA
Te
vermogensomzetter.
De machine is hersteld wanneer het alarm
ophoudt.
Kortsluiting aan de uitgang, veroorzaakt
SCA
door:
Kortsluiting op de uitgangklemmen van de
generator.
Defect in het uitgangsstadium.
en
Hef de kortsluiting op.
PiF
Bel de klantenservice.
22:
Als de indicatielampjes van het paneel gedurende meer
dan 40 seconden tegelijkertijd allemaal aan of uit zijn,
dan moet contact opgenomen worden met de fabrikant.
Stroomafgifte
Dit indicatielampje 16 - Figuur 1 Pag. 6.) gaat telkens
branden wanneer de generator stoom afgeeft.
Led
Symbolen die aangegeven welke grootheid op het
display wordt weergegeven (Duty cycle, frequentie, tijd,
ampère) 18 - Figuur 1 Pag. 6.).
9
BETEKENIS
ingangsspanning,
gelijkstroom
aanwezig,
hoge
temperatuur
hoge
temperatuur
NB
de
andere
van
de
van
de
Nederlands