4.6.
Status leds
Het systeem toont via LED´s stroomverzorging en gebruikstoestand aan. De func-
tie- LED´s branden bij de desbetreffende activiteit van de notebook:
Bluetooth (optioneel)
Licht op, wanneer de Bluetooth-functie is geactiveerd.
WLAN (optioneel)
Licht op, wanneer de Wireless LAN-functie is geactiveerd.
Accu opladen
Hieronder wordt uitgelegd, hoe zich de LED-aanduiding in verschillen-
de situaties verhoudt:
Licht groen op: Accu wordt opgeladen.
Licht oranje op: Lage batterijstand.
Controlelampje stand-by modus
Het controlelampje knippert als de notebook zich in de stand-by mo-
dus bevindt.
Toegangsweergave
Wanneer deze LED oplicht resp. knippert, accedeert de notebook aan
de harde schijf of aan de optische drive.
4.7.
Functie toetsen (optioneel)
Ejecttoets optische drive
Opent de optische drive.
Display
Zet het display aan of uit, om energie te besparen. Om het display
weer aan te zetten, drukt u op een willekeurige toets.
Vliegtuigmodus
Opent de gebruikersinterface om WLAN- en/of Bluetooth in of uit te
schakelene
Webcam
Schakelt de webcam in/uit.
Cooler Boost
Verhoogt de snelheid van de ventilator om de koeling van de note-
book te verbeteren. Om deze functie uit te zetten, drukt u opnieuw op
deze toets.
Media-Player
19 van 66