Nadere bijzonderheden over het programmaverloop
Centrifugeren
Toerental eindcentrifugeren
Wanneer u een programma kiest, ver-
schijnt in het display altijd het maximale
centrifugetoerental voor dit programma.
Het is mogelijk om een lager eindcentri-
fugetoerental in te stellen.
Het is echter niet mogelijk om een eind-
centrifugetoerental in te stellen dat ho-
ger is dan het maximale eindcentrifuge-
toerental dat in de tabel is aangegeven.
Centrifugeren tussen de spoelgangen
Het wasgoed wordt na de hoofdwas en
tussen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Als het eindcentrifugetoerental verlaagd
wordt, wordt ook het centrifugetoeren-
tal bij het spoelen verlaagd.
Centrifugeren tussen de spoelgangen
en eindcentrifugeren uitschakelen
Raak de sensortoets aan.
Na de laatste spoelgang wordt het wa-
ter afgepompt en wordt de kreukbeveili-
ging ingeschakeld.
Eindcentrifugeren uitzetten (spoel-
stop)
Raak de sensortoets (spoelstop)
aan.
Bij een spoelstop blijft het wasgoed na
de laatste spoelcyclus in het water lig-
gen. Daardoor kreukt het wasgoed min-
der wanneer u het niet direct uit de
wasmachine haalt.
Eindcentrifugeren starten na spoel-
stop
In het bedieningspaneel brandt de sen-
sortoets met het maximale toerental fel.
U kunt het centrifugetoerental veran-
deren. De sensortoets Start/Trommel
bijvullen knippert.
Raak de knipperende sensor-
toets Start/Trommel bijvullen aan.
Het eindcentrifugeren vindt nu plaats.
Programma beëindigen na spoelstop
Reduceer het centrifugetoerental naar
.
Raak de sensortoets Start/Trommel
bijvullen.
De wasmachine pompt het waswater
weg. Het programma is beëindigd.
Kreukbeveiliging
Na afloop van het programma draait de
trommel nog maximaal 30 minuten in
een rustig ritme om kreukvorming te
vermijden. De wasautomaat kan op elk
moment worden geopend.
Bij enkele programma's is er geen
kreukbeveiliging na afloop van het pro-
gramma.
37