■ Zo stelt u de luchtstroom in
• Stel de luchtstroom in op de door u gewenste manier.
Wanneer u de insteltoets voor de luchtstroom in de stand
• De airconditioner selecteert automatisch het juiste uitblaaspatroon, afhankelijk van de
werkingsmodus c.q. de situatie.
Werkingsmodus
KOELEN
VERWARMEN
• Om te voorkomen dat de lucht tijdens DROGEN direct in contact komt met de gebruikers van de
ruimte, wordt de lucht via de bovenste luchtuitlaat uitgeblazen.
Wanneer u de insteltoets voor de luchtuitlaat in de stand
• De lucht wordt, ongeacht de ingestelde werkingsmodus of de situatie, via de bovenste luchtuit-
laat uitgeblazen.
• Gebruik deze schakelaar wanneer u niet wilt dat de lucht via de onderste luchtuitlaat wordt
uitgeblazen. (Bijv. terwijl u slaapt enz.)
VOORZORGSMAATREGELEN
• Probeer niet om de jaloezie met de hand in te stellen.
• Wanneer u de instelling met de hand wijzigt zal het mechanisme mogelijk niet goed werken
of bestaat de mogelijkheid dat condens uit de luchtuitlaten zal druppen.
Situatie
• Wanneer de ruimte volledig is
afgekoeld of wanneer de aircon-
ditioner 1 uur ingeschakeld is
geweest.
• Bij inschakelen of op andere
momenten wanneer de ruimte
niet volledig afgekoeld is.
• Op andere dan de hieronder
genoemde momenten.
(Normale tijd.)
• Bij inschakelen of wanneer de
temperatuur van de lucht laag is.
Uitblaaspatroon
• Om te voorkomen dat de lucht direct in
contact komt met de gebruikers van
de ruimte, wordt de lucht via de boven-
ste luchtuitlaat uitgeblazen tot de tem-
peratuur in de ruimte is gestabiliseerd.
• Om de ruimte tijdens KOELEN snel
te koelen en tijdens VERWARMEN
snel te verwarmen wordt lucht via de
onderste en bovenste luchtuitlaten
uitgeblazen.
• Om te voorkomen dat de lucht direct
in contact komt met de gebruikers
van de ruimte. De lucht wordt via de
bovenste luchtuitlaat uitgeblazen.
zet.
zet.
13