Aanwezigheidsmelder thePrema S360 KNX
Object
Objectnaam
Object 6
Kanaal C1 alter-
natieve gewenste
lichtsterkte
Object 7
Meetwaarde luxmeter
Object 8
Ruimtecorrectiefactor
Object 9
Lichtsterkte
Object 10
Externe lichtsterkte-
waarde
Object 11
Kanaal C2 licht
Object 11
Kanaal C2 licht
Object 12
Kanaal C2 licht
Object 13
Kanaal C2 licht
Object 14
Kanaal C2 licht
Object 22
Kanaal C1 licht
Kanaal C1/C2 licht
1103082402 / 02.2016 © Theben HTS AG
Functie
Beschrijving
Waarde ontvan-
Object beschikbaar als bij <Alternatieve gewenste lichtsterkte via bus instellen> „ja"
gen
werd geselecteerd.
Daarmee kan de alternatieve gewenste lichtsterkte tijdens het gebruik opnieuw
worden ingesteld.
Ligt de ontvangen gewenste lichtsterkte buiten het waardebereik (5..3000 lux) of
past de gewenste lichtsterkte niet bij de momenteel ingestelde ruimtecorrectiefactor
(zie instelgrens), dan wordt de ontvangen gewenste lichtsterkte automatisch in de
betreffende grenswaarde veranderd.
Object 6 zendt de opgeslagen waarde van de alternatieve gewenste lichtsterkte terug.
Bij wijziging van de alternatieve gewenste lichtsterkte met de managementafstands-
bediening "SendoPro 868-A" wordt de nieuwe waarde gezonden.
Waarde "0" betekent bij schakelen "Meting UIT".
Waarde ontvan-
Object beschikbaar als bij <Gemeten lichtsterkte via bus instellen> „ja" werd gese-
gen
lecteerd.
Voor de berekening van de ruimtecorrectiefactor is de gemeten luxmeterwaarde nodig.
De luxmeter wordt op het werkvlak onder de sensor geplaatst en de gemeten luxwaarde
wordt via object 7 of de managementafstandsbediening "SendoPro 868-A" verzonden.
De ruimtecorrectiefactor wordt direct na de invoer automatisch berekend. Object 8
zendt de opgeslagen waarde (schaal met factor 100).
Waarde oproe-
Object beschikbaar als bij <Gemeten lichtsterkte via bus instellen> „ja" werd gese-
pen
lecteerd.
De ruimtecorrectiefactor wordt na invoer van de luxmeterwaarde automatisch bere-
kend of via de ETS ingevoerde. De toegestane waarden liggen tussen 0,05 en 2,0.
Berekende of ingevoerde waarden buiten het toegestane bereik worden automatisch
op de betreffende grenswaarde ingesteld.
Ter controle kan de ruimtecorrectiefactor via object 8 worden opgevraagd (schaal met
factor 100).
Lux-waarde
Object beschikbaar als bij <Lichtsterkte naar bus zenden> „ja" werd geselecteerd.
zenden
De aanwezigheidsmelder zendt via object 9 de momenteel gemeten lichtsterkte als
2-byte-telegram. De frequentie van de telegrammen hangt af van de cyclustijd en de
minimale verandering van de lichtsterkte.
De 2-byte-telegrammen naar object 9 dienen ter visualisatie van een lichtsterkte-
waarde. Voor een regeling is het raadzaam de interne constante lichtregeling van de
aanwezigheidsmelder te gebruiken.
De lichtsterkte kan met de ruimtecorrectiefactor op de ruimtelijke omstandigheden
worden aangepast. Zie pagina 18 hoofdstuk 2.4.3.
Lux-waarde
Object beschikbaar als bij <Bron lichtsterktemeting> „extern" is geselecteerd.
ontvangen
Als alternatief voor de lichtmeting kan een externe lichtsterktewaarde via object 10
worden gebruikt.
Schakelen
Bij het gebruik van twee schakeluitgangen dient object 11 voor het lichtsterkteaf-
hankelijk schakelen van kanaal C2 licht.
Functie zie object 0: kanaal C1 licht: schakelen.
Schakelen
Object 12 - 14 zijn beschikbaar als bij de functie „Constante lichtregeling" of voor
„Schakelen" <Verlichting dimbaar bij schakelen> "ja" werd geselecteerd.
Lichter/donker-
der
Bij gebruik van twee kanalen dienen object 11 - 14 voor de regeling of constante
lichtregeling van kanaal C2 licht.
Waarde zenden
Functie zie object 0 - 3: kanaal C1 licht.
Waarde retour-
melding
Keuze gewenste
Object beschikbaar als bij <Keuze gewenste lichtsterkte> „actief" werd geselecteerd.
lichtsterkte
Afhankelijk van de ingestelde parameters kan tussen twee gewenste lichtsterktes voor
de daglichtafhankelijke schakeling resp. constante lichtregeling worden geschakeld.
- Bij een AAN-telegram naar busobject 22 wordt overgeschakeld naar de alternatie-
ve gewenste lichtsterkte.
- Bij een UIT-telegram wordt teruggeschakeld naar de oorspronkelijke gewenste
basislichtsterkte als gewenste waarde. Dit geldt zowel voor schakelen als voor de
constante lichtregeling.
Pagina 12 van 55
Technische wijzigingen en drukfouten voorbehouden.