For Inspiron 519—Zorg ervoor dat u één enkele geheugenmodule installeert in DIMM-aansluiting 0, de aansluiting die zich het dichtst bij de processor
bevindt, voordat u modules in andere aansluitingen installeert.
1 Paar A: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in aansluitingen
DIMM_1 en DIMM_2
7. Lijn de inkeping aan de onderkant van de module uit met de horizontale streep in de aansluiting.
1
uitsparingen (2)
3
inkeping
KENNISGEVING:
Druk de geheugenmodule met gelijkmatige druk aan de uiteinden recht naar beneden in de aansluiting om schade aan de module te
voorkomen.
8. Druk de module in de aansluiting totdat de module op zijn plaats klikt.
Wanneer u de module juist plaatst, klikken de borgklemmen in de uitsparingen aan de uiteinden van de module.
9. Breng de computerbehuizing opnieuw aan (zie
10. Sluit de stekkers van de computer en apparaten op het stopcontact aan en zet de computer en apparaten vervolgens aan.
11. Druk op <F1> om verder te gaan nadat de melding dat de geheugencapaciteit is gewijzigd wordt weergegeven.
12. Meld u aan op de computer.
13. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Deze computer op uw Windows-bureaublad en klik op Eigenschappen.
14. Klik op het tabblad Algemeen.
15. Controleer de hoeveelheid weergegeven geheugen (RAM), om te verifiëren of het geheugen juist is geïnstalleerd.
2 Paar B: een overeenkomstig paar
geheugenmodules in aansluitingen
DIMM_3 en DIMM_4
2
geheugenmodule
4
horizontale streep
De computerbehuizing opnieuw
aanbrengen).