5.6 Geluidsproduktie
Het gemeten ketelhuisgeluidsniveau op 1 m afstand rond
de ketel, bedraagt ca. 70 tot 90 dBA. Het uitmondings-
geluidniveau van het verbrandingsgasafvoersysteem zal,
afhankelijk van belasting, branderfabrikaat en uitvoering
van het verbrandingsgasafvoersysteem, zonder geluid-
demper variëren van 70-90 dBA gemeten op 1 m afstand
van de uitmonding. Indien deze geluidsproduktie aanlei-
ding kan geven tot problemen in de direkte omgeving
(denk aan de hinderwet), dan dienen hiertoe geluidswe-
rende of -absorberende maatregelen te worden geno-
men. In deze gevallen kunt u voor nadere informatie
kontakt opnemen met onze Produkt Advies Dienst.
Afb. 06 Geluidswaarneming* remeha OD 14B
met Clysan-brander (met standaard geluid-
dempkap)
met Monarch-brander (zonder geluiddempkap)
* De gemeten waarden zijn gemiddelden uit diverse metingen en
gemeten op ca. 1 m afstand rond de ketel op een hoogte van ca. 1 m.
5.7 Olietoevoer
Afb. 07 1 - pijpsysteem
De olieleidingen moeten zodanig aan de brander worden
gemonteerd, dat de olieslangen spanningsvrij kunnen
worden aangesloten. Er moet op gelet worden dat de
brander eenvoudig kan openzwenken. In de zuigleiding
dient een filter met snelafsluiter te worden gemonteerd.
De mazen van het filter dienen 0,06 mm groot te zijn. In
de retourleiding dient een terugslagklep te worden
gemonteerd.
Afb. 08 2 - pijpsysteem
De brander wordt volgens het 2-pijpsysteem aangesloten
(afb. 8). Bij hoger liggende tank kan eventueel ook met
het 1-pijpsysteem worden gewerkt (afb. 7). De overdruk
aan de zuigzijde van de pomp mag maximaal 2 bar
bedragen. Na montage dienen de olieleidingen te worden
afgeperst. Deze kontrole vindt plaats met perslucht of
stikstof bij een minimale druk van 5 bar. De brander mag
tijdens het afpersen van de olieleidingen niet oliezijdig
zijn aangesloten.
1 Oliebrander
2 Filter
3 Snel afsluiter
4 Zuigleiding
5 Terugslagventiel
6 Retourleiding
7 Olietank
8 Voetklep
10
remeha OD 14B