4.2
Montage van de garagedeuraandrijving
Volg de afbeeldingen op de A3-montageposter.
1. Looprail plaatsen
De looprail (3 en 8) volledig uitklappen. Schuif de looprailkoppeling (7) ge-
centreerd over de aansluitnaad. De ketting of tandriem indien nodig naspan-
1
nen (afb.
2. Bevestigingsbeugel installeren
Monteer de aandrijfkop (1) met de bevestigingsbeugel (18) op de looprail
2
(3, afb.
).
3. Middenophanging installeren
Monteer de middenophanging (13) aan de looprail (afb.
4. Aansluitconsole monteren
Monteer de aansluitconsole (11) op de garagedeur (afb.
5. Wandbevestiging monteren
Meet de binnenwerkse hoogte bij het openen en sluiten van de garage-
deur (h). Monteer de wandbevestiging 25 mm boven het hoogste punt van
de deur (10, afb.
6. Looprail en plafondbevestiging monteren
De looprail (3 en 8) monteren op de wandbevestiging (10, afb.
de plafondbevestigingen (16) aan de middenophanging (13) en aan de aan-
drijfkop (1, afb.
aan het plafond.
7. Duwstang monteren
Monteer de stuurkoppelstang (12) tussen de loopslede (4) en deuraansluit-
console (11, afb.
8. Leggen van antenne
De antenne uit de transportbeveiliging verwijderen en door de doorvoer naar
buiten leiden. De doorvoer indien nodig eerst doorsteken met een geschikt
gereedschap (bijv. puntig potlood) (afb.
9. Bedieningsklep monteren
Plaats de bedieningsklep (1b) op de opening bij de aandrijfkop en de bedie-
ningsklep aan beide zijden aandrukken, tot deze vergrendelt (afb.
14 - NL
).
5
).
6c
6d
en afb.
7
).
). Monteer de plafondbevestigingen (16) daarna
8
).
3
).
4
).
6a
). Monteer
9
).