4
Montage en installatie
4.1
Voorbereiding van de montage
Gevaar door omstoten of omvallen!
VOORZICHTIG
Personen kunnen door de deur worden geraakt of omvergeduwd.
•
Knelgevaar!
VOORZICHTIG
Knel- en schaargevaar bij de vergrendelingsmechanismen van de
garagedeur.
•
LET OP
Controleer of de geleverde bouten, schroeven en houders, volgens
de bouwkundige eisen, geschikt zijn voor de montage op locatie.
•
Voor de netaansluiting moet lokaal een stopcontact zijn geïnstalleerd. De
meegeleverde netaansluitkabel is ca. 1,2 m lang.
•
Controleer de stabiliteit van de deur. Indien nodig bouten en moeren van de
deur natrekken.
•
Controleer de deur op een probleemloze loop. Smeer alle assen en lagers.
De veervoorspanning moet eveneens worden gecontroleerd en indien nodig
worden gecorrigeerd.
•
Demonteer de aanwezige deurvergrendelingen (slotplaat en dagschoot).
•
Bij garages zonder tweede ingang, is een noodontgrendeling (accessoire)
noodzakelijk.
•
Bij garages met een loopdeur moet het loopdeurcontact worden
geïnstalleerd.
Zorg dat de deur niet uitsteekt in openbare voetpaden of stra-
ten.
Bij het voor de eerste keer ombouwen naar een automatische
aandrijving, moeten de bestaande vergrendelingsmechanis-
men vóór demontage worden gedemonteerd.
NL - 13