Verzorging en onderhoud
In regelmatige intervallen moet het apparaat, inclusief
warmtewisselaar, brandkamer, ventilator-oliebrander en
ventilator, ontdaan worden van aanhechtend stof en
vuil. Verbrandingsresten in de brandkamer en in de
warmtewisselaar moeten verwijderd worden.
Alle slijtageonderdelen, zoals b.v. rookgasremmen,
dichtingen, oliefilterelement, olieverstuivers enz., moe-
ten gecontroleerd worden.
Het valt aan te bevelen om voor de regelmatig te-
rugkerende onderhouds- en reinigingswerkzaam-
heden een onderhoudscontract af te sluiten.
Als de bedrijfsafhankelijke reinigings- en brander-
instelintervallen niet worden aangehouden, dan
vervalt elk recht op garantie.
Belangrijke instructies:
◊ Instel- en onderhoudswerkzaamheden aan het ap-
paraat en aan de ventilator-oliebrander mogen al-
leen worden uitgevoerd door geautoriseerd vakper-
soneel!
◊ Het bewijs van de uitgevoerde werkzaamheden door
geautoriseerd vakpersoneel, naast de gebruikelijke
protocollen, is daarom dwingend vereist.
Isoleer voor onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den het apparaat in principe van het stroomnet.
Het is niet voldoende om het apparaat uit te scha-
kelen via de bedrijfsschakelaar!
Reiniging van brandkamer en warmtewisselaar
Variant I: (in het apparaat / op de standplaats van het
apparaat).
1. Isoleer de gasafvoeraansluiting van de gasafvoer-
opening van het apparaat.
2. Demonteer de achterste bekledingsplaat.
3. Demonteer het revisiedeksel 1 met de gasafvoer-
opening.
4. Trek de rookgasremmen 2 uit de rookgaskanalen 3
en reinig (evt. vervangen) deze.
5. Reinig alle rookgaskanalen 3 door de revisieopening
met een geschikte reinigingsborstel van evt. aan-
hechtende vervuilingen.
6. Demonteer de brander met de branderflens.
7. Verwijder de verbrandingsresten met een reinigings-
borstel of b.v. een industriële zuiger door de bran-
deropening 4.
Een speciale ketelreinigingsset bij de REMKO indu-
striële zuiger is verkrijgbaar als toebehoren.
8. Controleer de dichting van het revisiedeksel 5 en
van de branderflens en vervang deze eventueel.
10
Variant II: (buiten het apparaat)
Alternatief kan ook de complete brandkamer 1 voor de
reiniging uit het apparaat worden genomen.
1. Voer punt 1 en 6 uit zoals in „Variant I".
2. Demonteer de voorste en de bovenste bekledings-
plaat.
3. Verwijder de arrêteerschroef aan de brandkamer-
steun.
4. Trek de complete brandkamer naar voor eruit.
5. Voer op een geschikte plaats reinigingswerkzaam-
heden uit zoals in „Variant I" punt 3 tot 5 en 7.
6. Controleer de dichting van het revisiedeksel 5 en
van de branderflens en vervang deze eventueel.
2
1
5
Monteer al naargelang de demontagevariant alle voor-
dien gedemonteerde delen zorgvuldig en vakkundig in
de omgekeerde volgorde. Vervang beschadigde of ver-
vormde delen.
Voer het onderhoud van de brander uit conform de op-
gaven van de fabrikant.
Controleer de foutloze werking van alle regelin-
richtingen en van de brander. Stel de verbran-
dingswaarden conform 1. BImSchV in!
3
4