I n s t e l l .
Een toegangspuntengroep wordt gebruikt voor het onderbrengen van toegangspunten en het geven van prioriteiten aan
toegangspunten. Een toepassing kan in plaats van één toegangspunt een groep als verbindingsmethode gebruiken. In dat geval
wordt het best beschikbare toegangspunt binnen een groep gebruikt voor het tot stand brengen van de verbinding en - in geval
van e-mail - ook voor roaming.
Packet-gegevens
Selecteer
Menu
Instrum.
>
Uw apparaat ondersteunt packet-gegevensverbindingen, zoals GPRS bij het GSM-netwerk. Wanneer u uw apparaat gebruikt in
het GSM- of UMTS-netwerk, kunnen meer gegevensverbindingen tegelijk actief zijn. Toegangspunten kunnen een
gegevensverbinding delen en gegevensverbindingen kunnen actief blijven, bijvoorbeeld tijdens spraakoproepen.
'Verbindingsbeheer', p. 69.
Instellingen packet-gegevens
De packet-gegevensinstellingen gelden voor alle toegangspunten waarvoor een packet-gegevensverbinding wordt gebruikt.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Packet-ggvnsverb.
— Selecteer
•
wanneer u het apparaat inschakelt in een ondersteund netwerk. Selecteer
gegevensverbinding tot stand te brengen wanneer een toepassing of bewerking dit vereist.
Toegangspunt
— Voer de naam in van het toegangspunt dat de serviceprovider u heeft opgegeven om het apparaat te
•
gebruiken als packet-gegevensmodem voor uw computer.
Deze instellingen gelden voor alle toegangspunten voor packet-gegevensverbindingen.
Instellingen internetoproepen
Selecteer
Menu
Instrum.
>
Bewerken.
Ga naar Naam, druk op de navigatietoets, voer een naam in voor het profiel en selecteer OK.
Ga naar SIP-profielen, druk op de navigatietoets, selecteer een profiel en kies OK. SIP-protocollen worden gebruikt voor het
maken, wijzigen en beëindigen van communicatiesessies zoals internetoproepen met een of meer deelnemers. SIP-profielen
bevatten instellingen voor deze sessies.
Als u de instellingen wilt opslaan, drukt u op Terug.
SIP-instellingen (Session Initiation Protocol)
Selecteer
Menu
Instrum.
>
SIP-protocollen (Session Initiation Protocol) worden gebruikt voor het maken, wijzigen en beëindigen van bepaalde typen
communicatiesessies met een of meer deelnemers (netwerkdienst). SIP-profielen bevatten instellingen voor deze sessies. Het
SIP-profiel dat standaard voor een communicatiesessie wordt gebruikt, is onderstreept.
Als u een SIP-profiel wilt maken, selecteert u
gebruiken.
Als u een SIP-profiel wilt bewerken, gaat u naar het profiel en drukt u op de navigatietoets.
Als u het SIP-profiel wilt selecteren dat standaard moet worden gebruikt voor communicatiesessies, gaat u naar het profiel en
selecteert u
Opties
> Standaardprofiel.
Als u een SIP-profiel wilt verwijderen, gaat u naar het profiel en drukt u op de wistoets.
SIP-profielen bewerken
Selecteer
Menu
Instrum.
>
Maak een keuze uit de volgende opties:
Profielnaam
— Voer een naam in voor het SIP-profiel.
•
Dienstprofiel
— Selecteer
•
Stndrdtoegangspunt
— Selecteer het toegangspunt dat u voor de internetverbinding wilt gebruiken.
•
Openb. gebr.naam
— Voer uw gebruikersnaam in, die u hebt ontvangen van uw serviceprovider.
•
Compressie gebruiken
•
Registratie
— Selecteer de wijze van registratie.
•
Beveiliging gebruiken
•
Proxy-server
— Voer de proxyserverinstellingen voor dit SIP-profiel in.
•
Registrar-server
— Voer de registratieserverinstellingen voor dit SIP-profiel in.
•
De instellingen die gewijzigd kunnen worden, kunnen verschillen.
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Zie 'Toegangspuntengroepen', p. 73.
Instell.
Verbinding
>
>
Autom. bij signaal
Instell.
Verbinding
>
>
Instell.
Verbinding
>
>
Opties
Instell.
Verbinding
>
>
IETF
of
Nokia
3GPP.
— Selecteer of compressie wordt gebruikt.
— Selecteer of beveiligingsonderhandeling moet worden uitgevoerd.
> Packet-gegevens.
om het apparaat te registreren bij het netwerk voor packet-gegevens
Instell.
internettelefoon. Selecteer
>
> SIP-instellingen.
Nieuwe toevoegen
>
>
SIP-instellingen
Opties
>
>
89
Wanneer nodig
om uitsluitend een packet-
Opties
Nieuw profiel
>
Std.profiel gebrkn
of
Bestaand profiel
Nieuwe toevoegen
>
Zie
of
Opties
>
of Bewerken.