•
Over het algemeen zal het verminderen van de tijdbasis resulteren in de juiste Lissajous-
cijfers van een betere weergavekwaliteit.
•
De volgende functies hebben geen effect in de XY-weergavemodus:-
1.
Automatische meetmodus
2.
Cursormeetmodus
3.
Referentie- of wiskundige golfvorm
4.
Vector-weergavetype
5.
Horizontale positieregeling
6.
Triggerbesturing
Het opzetten van het triggersysteem
•
Triggers beslissen wanneer de oscilloscoop gegevens verzamelt en golfvormen weergeeft.
Zodra de trigger correct ingesteld is, kan die een onstabiele weergave omzetten in significante
golfvormen.
•
Bij het verzamelen van gegevens verzamelt de oscilloscoop eerst voldoende gegevens om
een golfvorm links van het triggerpunt te tekenen.
•
In afwachting van het optreden van de triggertoestand zal die continu gegevens verzamelen.
Wanneer er voldoende gegevens zijn om een golfvorm rechts van het triggerpunt te tekenen.
•
De triggerregelingszone op het bedieningspaneel bestaat uit een knop voor aanpassing
van het triggerniveau, een trigger-MENU-knop, een 50%-knop voor het instellen van het
triggerniveau op het verticale middelpunt van het signaal, en een COMPULSORY-triggerknop.
•
Het triggerniveau stelt de signaalspanning in ten opzichte van het triggerpunt.
•
50% stelt het triggerniveau in op het verticale middelpunt van de triggersignaalamplitude.
•
"COMPULSORY" wordt gebruikt om een verplicht triggersignaal te genereren dat
voornamelijk wordt gebruikt in de triggermodus en in de normale en enkele triggermodi.
•
De Menu-knop schakelt de triggerinstellingsmodi in.
Triggerregeling
•
Trigger-modi: "Edge", "Pulse", "Video" en "Alternate".
Edge Trigger:
•
Bij het selecteren van "edge trigger", triggert u aan de stijgende en dalende randen van het
ingangssignaal.
Functiemenu
Type
Edge
CH1
CH2
Selectie van
EXT
signaalbron
EXT/5
Grid Alternate
Rising
Inclinatie
Falling
Auto
Normal
Single
Triggermodus
Instellingen
Stel Ch1 in als het signaalbrontriggersignaal
Stel CH2 in als het signaalbrontriggersignaal
Stel het externe triggeringangskanaal in als het
signaalbrontriggersignaal
Stel de externe triggerbron in gedeeld door 5 om het bereik
van het externe triggerniveau uit te breiden
Stel in als "grid trigger"
Ch1, CH2 activeren afwisselend hun eigen signalen
Stel in om te triggeren op de stijgende flank van de signalen
Stel in om te triggeren op de dalende flank van de signalen
Stel golfvormmeting alleen in als er geen triggervoorwaarde
wordt gedetecteerd
Stel golfvormmeting alleen in als aan de triggervoorwaarde
voldaan is
Stel golfvormmeting eenmalig in wanneer er één trigger
gedetecteerd wordt en stop dan
Opmerkingen
12