Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gasafvoerinstallatie - REMKO VRS-B Series Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Gasafvoerinstallatie

Het apparaat moet in de regel worden aangesloten aan
een geschikte en qua constructie toegelaten gasafvoer-
installatie.
Voor de installatie van het gasafvoersysteem moet
in elk geval een vergunning worden aangevraagd.
Gasafvoerinstallaties zijn constructies in of aan gebou-
wen, die er uitsluitend voor bestemd zijn om afvoergas-
sen van stookplaatsen veilig af te voeren boven het dak.
Voor de planning en installatie van gasafvoersystemen
zijn van bijzonder belang:
de betreffende stookinstallatieverordening (FeuVo)
de betreffende bouwverordening
DIN 18160 deel 1, planning en uitvoering
DIN 4705 Teil 1, stooktechnische berekening
Technische regels voor gasinstallatie DVGW-TRGI
1996
Houd bij de planning van de gasafvoerinstallatie reke-
ning met de volgende punten:
De installatie en montage van de gasafvoerinstalltie
moet worden uitgevoerd volgens de geldende voor-
schriften.
Elke stookplaats moet een eigen schoorsteen heb-
ben. Het samenstellen van schoorstenen uit staal-
plaat is niet toegelaten.
De afmetingen van de gasafvoerleiding moeten zijn
aangepast aan de capaciteit en de bouwhoogte van
de apparaten.
Gasafvoerinstallaties moeten wat betreft binnen-
werks diameter en hoogte zulke afmetingen hebben,
dat de afvoergassen bij alle doelmatige bedrijfstoe-
standen naar de open lucht worden afgevoerd en er
tegenover ruimtes geen gevaarlijke positieve druk
kan optreden. Daarvoor moet, voorzover vereist, ook
rekening worden gehouden met de weerstand tegen
warmtedoorgang en het inwendig oppervlak.
De mondingen van gasafvoerinstallaties moeten min-
stens 40 cm boven de nok uitsteken of ten minste 1
m verwijderd zijn van het dakoppervlak.
Als er stuwdrukken, b.v. door valwinden of van aan-
grenzende gebouwen, te verwachten zijn, dan moet
de schoorsteenkop dienovereenkomstig ontworpen
worden.
In dakconstructies moet de gasafvoerinstallatie door
een mantelbuis of een schacht geleid worden om
een vrije uitzetting van de gasafvoerleiding bij ver-
warming mogelijk te maken.
De aansluiting van de apparaten moet dicht uitge-
voerd en door een klinknagel resp. schroef tegen on-
opzettelijk loskomen beveiligd worden.
Er moet bij voorkeur een zo kort mogelijk horizontaal
gasafvoertraject voorzien worden.
Er moet een herafsluitbare meetopening op een af-
stand van 2 x ∅ gasafvoerbuis achter de aansluiting
van de apparaten voorzien worden.
Onder bepaalde omstandigheden is ook een meting
aan de monding van de gasafvoer mogelijk.
Toepassingsvoorbeeld:
Roestvrij stalen schoorsteen, dubbelwandig,
buitenmontage
Staande montage
AS-ME-D
AS-1000-D
AS-T90-D
AS-RT-D
AS-GI-D
AS-WK-D
Liggende montage
AS-ME-D
AS-1000-D
AS-T90-D
AS-RT-D
AS-GI-D
AS-WK-D
De dubbelwandige roestvrij stalen gasafvoersystemen
van REMKO zijn door het Instituut voor Bouwtechniek
volgens DIN 18160 deel 1 algemeen toegelaten door
de bouwinspectie.
WS-ÜGI-D
WS-1000-E
AS-RB90-E
AS-ÜGI-D
AS-500-E
wandconsole
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vrs 40-bVrs 450-b

Inhoudsopgave