Werkwijze
Na het inschakelen van het apparaat door activering
van de bedrijfsschakelaar in de stand „Verwarmen"
resp. „I" schakelt de ventilatorbrander zich in.
Bij de 400 V uitvoering licht ter controle de bedrijfs-lamp
„Brander" aan de schakelkast op. De brandkamer met
warmtewisselaar wordt nu opgewarmd.
Na het bereiken van de vast ingestelde gewenste tem-
peratuur schakelt de luchttoevoerventilator zich auto-
matisch in. Bij de 400 V uitvoering licht bovendien ter
controle de bedrijfslamp „Ventilator" aan de schakelkast
op. Er wordt warme lucht uitgeblazen.
Afhankelijk van de warmtebehoefte wordt het beschre-
ven proces herhaald.
Bij een verwarmingsbedrijf via ruimtethermostaat
(bedrijfsschakelaar in de stand „Verwarmen" resp. „I")
geschiedt het proces, zoals hiervoor beschreven, volau-
tomatisch al naargelang de betreffende warmtebehoefte.
Door de drievoudige combinatieregelaar en de brander-
automaat (bestanddeel van de ventilatorbrander) wor-
den alle functies van het apparaat volautomatisch uitge-
voerd en veilig bewaakt.
Na het uitschakelen van het apparaat via de bedrijfs-
schakelaar of door de ruimtethermostaat loopt de lucht-
toevoerventilator nog een bepaalde tijd na tot de brand-
kamer resp. de warmtewisselaar zijn afgekoeld, en
schakelt dan automatisch uit.
Het apparaat mag nooit, behalve in noodsituaties,
voor het aflopen van de hele nakoelfase van het
stroomnet geïsoleerd worden.
Bij eventuele onregelmatigheden of het doven van de
vlam wordt de brander uitgeschakeld door de brander-
automaat.
De stoorlamp van de automaat en de rode stoorlamp
„Brander" (alleen 400 V uitvoering) aan de schakelkast
lichten op. Een nieuwe start kan pas geschieden na
manuele ontgrendeling van de branderautomaat.
De veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB) onderbreekt
de branderfunctie bij oververhitting. De manuele ont-
grendeling van de VTB kan pas geschieden na afkoe-
ling van het apparaat.
De ventilatormotor (400 V uitvoering) wordt bewaakt
door een thermisch overstroomrelais.
Bij overbelasting van de motor wordt het bedrijf onder-
broken door het relais en de rode stoorlamp „Ventilator"
aan de schakelkast licht op. Een ontgrendeling is pas
mogelijk na het openen van de schakelkast.
Voor de ontgrendeling van het overstroomrelais
moeten de mogelijke oorzaken voor de stooruit-
schakeling onderzocht worden.
Veiligheidsinrichting
Drievoudige combinatieregelaar volgens DIN 3440
Bij olie- of gasgestookte warmeluchtgenerators moeten
conform DIN 3440 een temperatuurbewaker (brander-
thermostaat) en een veiligheidstemperatuurbegrenzer
(VTB) bij het overschrijden van een bepaalde uitblaas-
temperatuur (grenswaarde) de brandstoftoevoer zelf-
standig uitschakelen en vergrendelen.
REMKO drievoudige combinatieregelaar
TR
Afb. zonder behuizingsdeksel
De 3 functies van de combinatieregelaar
1. Ventilatorregelaar (TR)
Regelt het in- en uitschakelen van de circulatie-
luchtventilator. Het schakelpunt wordt ingesteld via
de „Stelhefboom TR".
Gewenste waarde ca. 40 °C.
2. Temperatuurbewaker voor de brander (TB)
De temperatuurbewaker begrenst de apparaat-/
uitblaastemperatuur. Het schakelpunt wordt inge-
steld via de „Stelhefboom TW".
Gewenste waarde ca. 80 – 85 °C.
3. Veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB)
Zorgt voor de controlefunctie van de temperatuurbe-
waker.
Schakelpunt vast ingesteld op 100 °C.
Een herinschakelblokkering verhindert na reactie
een nieuwe start van de brander.
De reset-knop (RESET) moet van buiten, bij geslo-
ten behuizingsdeksel, manueel geactiveerd worden.
Voor het terugzetten van de VTB moeten de bedrijfs-
voorwaarden van het apparaat gecontroleerd worden
om te vermijden dat de VTB-temperatuur opnieuw
wordt overschreden.
TB
VTB
5