Hoofdstuk 5: Live-weergave
U kunt als volgt een patrouille toevoegen:
1. Selecteer in de live-weergave de gewenste camera in de lijst met camera's.
2. Klik op de knop
Patrouille
3. Selecteer de gewenste patrouille in de lijst en klik op
4. Klik op
om een preset toe te voegen. Het venster Stap verschijnt. Selecteer het nummer
van de preset en voer de snelheid en dwell-tijd in in seconden van de preset.
Opmerking: een patrouille moet uit tenminste twee presets bestaan.
5. Herhaal stap 4 om andere presets aan de patrouille toe te voegen.
6. Klik op
OK
om de instellingen op te slaan. Het patroon wordt in de lijst weergegeven.
Patronen
Met patronen kunt u de handmatige beweging van een PTZ opnemen en hetzelfde patroon
later opnieuw uitvoeren. U kunt maximaal acht patronen voor een camera instellen.
Patronen worden opgeslagen in de camera en niet op de recorder.
Afbeelding 8: Interface Patroon
Het patroon uitvoeren
Het patroon stoppen
U roept als volgt een patroon op:
1. Selecteer in de live-weergave de gewenste camera in de lijst met camera's.
2. Klik op de knop Patroon
lijst met alle presettrajecten.
3. Selecteer het gewenste patroon en klik op de uitvoerknop. De camera voert onmiddellijk
de patroonbeweging uit. Klik op de stopknop om het patroon te stoppen.
U stelt als volgt een patroon in:
1. Selecteer in de live-weergave de gewenste camera in de lijst met camera's.
2. Klik op de knop Patroon
lijst met alle presettrajecten.
3. Klik op de opnameknop en beweeg de camera met behulp van de richtingsknoppen van het
PTZ-paneel om het gewenste pad te volgen. Klik op de knop voor opslaan om het patroon
te stoppen.
Opmerking: een patroon kan worden overschreven.
30
in het onderste deel van het PTZ-besturingspaneel.
Start opnemen
Stop opnemen
in het onderste deel van het PTZ-bedieningspaneel voor een
in het onderste deel van het PTZ-bedieningspaneel voor een
om de patrouille in te stellen.
Het patroon verwijderen
TruVision NVR 71 Gebruikershandleiding