Hoofdstuk 13: Alarmen en gebeurtenissen instellen
2. Selecteer het vakje
paneel in te schakelen.
3. De verbindingsparameters van het intrusion paneel instellen:
a) Selecteer welk paneel u wilt instellen. U kunt maximaal drie panelen instellen.
b) Voer een naam in voor het paneel.
c) Voer het aantal zones in. Er kunnen maximaal 32 paneelzones rapporteren aan de
recorder. Het nummer kan niet worden verhoogd, maar u kunt een andere ID toewijzen
aan elke zone via het menu Instellen van inbraakzone.
d) Voer het IP-adres van het paneel in. Het IP-adres moet in hetzelfde LAN staan als
de recorder.
e) Voer de poort in die wordt gebruikt voor het rapporteren van de gebeurtenissen.
De standaard waarde is 9999. Dit poortnummer moet overeenkomen met het
poortnummer dat is ingesteld in het inbraakpaneel.
Let op: de recorder wordt automatisch opnieuw opgestart wanneer het poortnummer
van het intrusion paneel wordt gewijzigd.
4. De heartbeat alarmparameters instellen:
a) Selecteer het vakje
paneel in te schakelen. Het heartbeat alarm wordt vervolgens gerapporteerd aan de
recorder.
b) Voer het interval tussen twee Heartbeats in. Deze wordt gemeten in seconden.
De standaardwaarde is 120 s. Dit interval is zelfs geldig wanneer het selectievakje
'Hartslagalarm v paneel insch' is uitgeschakeld.
110
Verb met intrusion paneel insch
Heartbeat alarm v paneel insch
om de verbinding met het intrusion
om het hartbeat alarm van het
TruVision NVR 71 Gebruikershandleiding