4.9.9
DATALOGBOEK-INSTELLINGEN
In deze sectie drukt u op
#
Sub-item
a
Datalog
b
Gegevensinterval
c
Gegevenslogboek
wissen
d
Gegevens start
e
Datalogboek
bewaren
5. DATALOGFUNCTIE
U kunt de USB-stick gebruiken om de weergegevens op te slaan voor verdere analyse.
5.1 OM DE GEGEVENSREGISTRATIE TE STARTEN
1. Formatteer de USB-stick naar fat 32 met de pc.
2. Sluit het station aan op de USB-poort van de console.
3. In de "Datalog"-instelling (hoofdstuk 4.9.9), selecteer "inschakelen" om de dataregistratie te starten.
5.2 OM DE GEGEVENSREGISTRATIE TE STOPPEN
1. In de " Gegevenslogboek"-instelling (paragraaf 4.9.9), selecteer "uitschakelen" om de
gegevensregistratie te stoppen.
2. Haal de USB-stick uit het apparaat
5.3 GEGEVENSFORMAAT EN WERKING
Wanneer u de USB-stick bekijkt, kan het zijn dat er verschillende bestanden op de lijst staan die gebaseerd is op .
De bestandsnaam is: Data_JJJJMMDD_HHMMSS.csv
JJJJMMDD is de datum waarop het bestand is aangemaakt
HHMMSS is de aanmaaktijd van het bestand
Elk csv-bestand kan 7 dagen gegevens opslaan die beginnen op zondag 00:00, zodra het bestand compleet
is zal het een ander csv-bestand genereren om de gegevens voor de volgende 7 dagen op te slaan.
OPMERKING:
- Om een verkeerde tijdstempel van de gegevensrecord te voorkomen, moet u de tijd en datum van de
console juist instellen.
- De opslagcapaciteit is afhankelijk van de capaciteit van de USB-stick
/
om de sub-items te kiezen.
Werking / Beschrijving
Druk op
/
om de datalogfunctie in of uit te schakelen
Druk op
/
om het gegevensinterval te kiezen tussen 5, 10 of 30 minuten
Druk op
om het gegevenslogscherm te openen
Toon de startdatum en -tijd
Weergave van de data log opslag blijft
33
a
b
c
d
e