Voordat u begint
Voordat u met een ander Bluetooth apparaat kunt
communiceren, dient u de telefoon aan het apparaat
te koppelen. U doet dit door het apparaat toe te voegen
aan de lijst met aan de telefoon gekoppelde apparatuur.
Download en installeer de software van de Ericsson
Consumer-website www.ericsson.com/consumers
als u gegevens met de pc wilt synchroniseren en op
het Internet wilt surfen. U kunt items uitwisselen of
spelletjes spelen zonder uw telefoon aan een ander
apparaat te koppelen.
Koppelen
Koppelen is het proces waarmee Bluetooth apparaten
met elkaar worden verbonden zodat ze verbinding
kunnen maken wanneer ze binnen elkaars bereik komen.
U kunt de telefoon aan maximaal 10 Bluetooth apparaten
koppelen. Nadat u de telefoon hebt gekoppeld, wordt
de werkingsmodus van de telefoon automatisch
ingesteld op AAN. Zie "Werkingsmodi" op pagina 63
voor meer informatie.
62
Informatie overdragen en uitwisselen
Koppeling met een apparaat starten
1. Ga naar Verbinden,
YES
Apparatenpaar,
, Apparaat toev.?,
YES
Er wordt een lijst weergegeven met de apparaattypen
die u aan de telefoon kunt koppelen. Ga naar een
apparaattype en druk op
2. De telefoon zoekt naar Bluetooth apparaten. In de
display verschijnt een lijst met de apparaten van het
geselecteerde type. Selecteer een apparaat en druk
op
.
YES
3. Typ een PIN-code (maximaal 16 cijfers) voor het
apparaat, zowel voor de telefoon als voor bijvoorbeeld
de pc. Als het Bluetooth apparaat niet met een PIN-code
wordt geleverd, dient u zelf een code te definiëren.
4. Wanneer de koppeling is voltooid, kunt u het naamlabel
voor het apparaat bewerken en drukt u op
Koppeling met een apparaat accepteren
• Ga naar Verbinden,
YES
, Apparaat toev.?,
YES
wacht op het andere apparaat.
, Bluetooth,
,
YES
, Initiatie,
YES
.
YES
YES
, Bluetooth,
, Apparatenpaar,
YES
, Tel. accepteert,
YES
YES
.
YES
.
en