Prestatieschema's
Pulsatiedemping
Pulsatiedemping
Pulsatiedemping
In de grafieken ziet u twee situaties wat betreft
luchtdruk en pulsatiedemping. De grafieken
geven de relatie aan tussen de uitlaatdruk en het
uitlaatdebiet, in het geval van sterke pulsatiedemping
(low pulsation mode, boven de grenslijn) en in
doorvoermodus (transfer mode, onder de lijn). Pas
snelheid en luchtdruk van de pomp aan om het
gewenste resultaat te krijgen.
70
(4.8, 0.48)
60
(4.1, 0.41)
50
(3.4, 0.34)
40
(2.8, 0.28)
Vloeisto-
Vloeisto-
Vloeisto-
fuitlaatdruk
fuitlaatdruk
fuitlaatdruk
30
psi
psi
psi
(2.1, 0.21)
(bar,
(bar, MPa)
(bar,
MPa)
MPa)
20
(1.4, 0.14)
10
(0.7, 0.07)
0
54
D
A
0
5
10
(19)
(38)
VERKLARING
VERKLARING
VERKLARING
A A A 20 Hz, 73 cycli per minuut
B B B 40 Hz, 145 cycli per minuut
C C C 60 Hz, 217 cycli per minuut
D D D Luchtdruk van 1,4 bar (20 psi)
E E E Luchtdruk van 2,8 bar (40 psi)
F F F
Luchtdruk van 4,1 bar (60 psi)
G G G Grenslijn (gebied met pulsatiedemping is grijs.)
Frequentie
Frequentie
Frequentie
F
C
E
B
G
15
20
(57)
(76)
Vloeistofdebiet - - - g/min
g/min (l/min)
Vloeistofdebiet
Vloeistofdebiet
g/min
25
30
(95)
(114)
(l/min)
(l/min)
3A4074S