600
500
400
300
200
100
0
100
200
Afb 13. Restopvoerhoogte t.b.v. c.v.-installatie
7.4.5 Waterdoorstroming
Het maximale temperatuurverschil tussen
aanvoer en retour wordt door de module-
rende regeling van het toestel begrensd.
Hierdoor is het toestel nagenoeg
ongevoelig voor te kleine waterdoor-
stroming. De minimale waterdoorstroming
3
bedraagt 0,15 m
7.4.6 Waterzijdige aansluitingen
De waterzijdige aansluitingen bevinden
zich aan de onderzijde van het toestel
(zie Afb 02). De C.V.-aansluitingen zijn
uitgevoerd in pijpen van Ø 22 mm
uitwendig, de sanitairaansluitingen
Ø 15 mm uitwendig. De benodigde
knelkoppelingen zitten standaard in het
Remeha montageframe (zie Afb 06).
Restopvoerhoogte Remeha Selecta
300
400
/h.
pomp: Wilo RSL 15/5-3
500
600
700
debiet [l/h]
Wordt geen gebruik gemaakt van het
Remeha montageframe, kan de set
koppelingen ook separaat worden
besteld.
De sanitaire aansluitingen dienen
overeenkomstig de algemene voor-
schriften voor drinkwaterinstallaties NEN
1006 (AVWI-1981) en de daarbij
behorende werkbladen te worden
uitgevoerd. Vóór de platenwarmte-
wisselaar is een doorstroombegrenzer
ingebouwd. Indien nodig kan in
installaties met lage waterleidingdrukken
kan de doorstroombegrenzer worden
verwijderd. Hiertoe koppeling (zie Afb 01)
losdraaien en de doorstroombegrenzer
verwijderen.
37
800
900
∆T = 20°C, P = 16 kW
1000
1100