7.3.9 CLV-systeem
De gemeenschappelijke luchttoevoer en
de gemeenschappelijke rookgasafvoer,
kunnen worden uitgevoerd als een
concentrisch, of als een parallel systeem.
Afb 10. Concentrisch CLV-systeem
(00W5H7900006)
- Per verdieping kunnen tot twee toe-
stellen worden aangesloten.
- De aansluiting van ieder toestel kan op
dezelfde hoogte worden aangebracht.
- Het gezamenlijke systeem kan zowel
in metaal als in steenachtig of kera-
misch materiaal zijn uitgevoerd.
- Het gedeelte voor afvoer van rookgas
van het CLV-systeem dient door
middel van een condensatie-
waterafvoer in verbinding te staan met
het riool.
- De opvanginrichting en de afvoer-
aansluiting voor het condensatiewater
dienen bereikbaar te zijn door middel
van een luik in de schachtwand. De
afmetingen van het luik dienen ten
minste 50 x 50 cm te bedragen.
- Ter voorkoming van drukverschillen
tussen de inlaat van het luchttoevoer-
gedeelte en de uitlaat van de rookgas-
afvoer dienen beide openingen zich in
elkaars nabijheid te bevinden.
- Tussen de afvoer en de toevoer
bevindt zich aan de onderzijde van het
systeem een drukvereffeningsopening
die als standaardrnaat gelijk is aan de
doortocht van het afvoersysteem Die
opening voor drukvereffening bevindt
zich op voldoende afstand van ten
minste 1 m van het laagst aangesloten
toestel ter voorkoming van recirculatie
van rookgas bij de start van dat toestel
in een koud systeem.
- De afmetingen van het CLV-systeem
voor de Remeha Selecta worden
weergegeven in Tabel 09.
33