3.4.3 Beschrijving van de aansluitingen
Het merendeel van de aansluitingen is uiterst eenvoudig, voor een groot
deel betreft het rechtstreekse aansluitingen op één enkele gebruikspunt
of contact. Op de afbeeldingen hieronder worden enige voorbeelden
gegeven van hoe u externe inrichtingen kunt aansluiten.
Afb. 22: Aansluiting waarschuwingslicht en fotocellen met
gedeactiveerd "Fototest"
Afb. 23: Aansluiting waarschuwingslicht en fotocellen met geactiveerd
"Fototest"
Afb. 24: Aansluiting sleutelschakelaar
LAMP 24
Afbeelding 23
3.4.4 Fototest
De besturingseenheid GDS beschikt over de functie "Fototest". Dit is een
uitstekende oplossing ten aanzien van de betrouwbaarheid van de veilig-
heidsinrichtingen waardoor, voor wat betreft de combinatie besturings-
eenheid en veiligheidsfotocellen, "categorie 2" volgens de norm UNI EN
954-1 (uitgave 12/1998) behaald kan worden. Telkens wanneer er een
manoeuvre van start gaat, worden alle veiligheids-inrichtingen in kwestie
gecontroleerd en alleen als de test een positief resultaat geeft, gaat de
manoeuvre van start.
3.4.5 Aansluiting op de stroomvoorziening
GDS dient door een gekwalificeerde elektriciën op het elektrici-
teitsnet te worden aangesloten.
3.4.6 Controle van de aansluitingen
Bij het uitvoeren van onderstaande handelingen werkt u met
onder spanning staande circuits; op sommige delen staat de
spanning van het elektriciteitsnet, die dus UITERST GEVAARLIJK
zijn! Let heel goed op wat u doet en WERK NOOIT ALLEEN!
Nadat u de aansluitingen van de installatie hebt uitgevoerd kunt u met de
controle daarvan beginnen.
• Zet de besturingseenheid onder spanning en controleer of het ledlam-
pje OK enkele seconden lang snel knippert.
• Controleer dat erop de klemmetjes 3-4, 3-6, 3-7 een spanning van 24
Vac staat en op de klemmetjes 3-8 een spanning van 0 Vac; als deze
waarden niet overeenkomen, dient u onmiddellijk de spanning van de
besturingseenheid te halen en de aansluitingen en de spanning van de
stroomtoevoer nauwkeuriger te controleren.
• Nadat het ledlampje OK eerst snel geknipperd heeft, geeft het nu door
één maal per seconde te knipperen, aan dat de besturingseenheid cor-
rect functioneert. Wanneer er op de ingangen een wijziging plaats vindt
zal het ledlampje OK tweemaal snel knipperen om aan te geven dat de
ingang herkend is. Wanneer de fotocellen door een obstakel worden
onderbroken moet het ledlampje OK twee maal snel knipperen, ook
wanneer de ingang "Stop" wordt gedeactiveerd.
• Voer nu een test uit terwijl de deur van de motor ontkoppeld is, waarbij
u deze een korte openings-en sluitingscyclus laat uitvoerden door op de
toets "Stap-voor-Stap" te drukken om te controleren of de mechanische
onderdelen goed werken. (De eerste manoeuvre die uitgevoerd wordt,
wanneer de installatie onder spanning gezet is, is altijd "Opening"). Aan
het einde van de cyclus haakt u de deur weer aan de wagen.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
TX
RX
FOTO
FOTO
1 2
1 2 3 4 5
LAMP 24
Afbeelding 22
STOP
NC
Afbeelding 24
Dit alles is mogelijk door een speciale configuratie in de aansluitingen van
de veiligheidsinrichtingen toe te passen waarbij de stroomtoevoer van de
zenders van de fotocellen "TX" gescheiden van die van de ontvangers
"RX" plaats vindt (voor de aansluitingen zie afbeelding 23).
N.B.: wanneer de "Fototest" actief is, wordt de zender van de fotocellen
alleen tijdens de manoeuvre van stroom voorzien.
Voor het uitvoeren van de tests steekt u de stekker van de GDS in een
stopcontact waarbij u eventueel een verlengsnoer kunt gebruiken.
• Nu gaat u over tot het plaatsen van de eindschakelaarsleden, zoals te
zien is op Afb. 25.
APRE
OPEN
OUVRE
ÖFFNET
ABRE
OTWIERA
OPENING
Afbeelding 25
Druk op de toets "Stap-voor-Stap", controleer dan dat de vleugel zich in
de openings-richting beweegt. Wanneer de vleugel op 1 cm van het ope-
ningspunt is, drukt u op de toets "Stap-voor-Stap" waarmee u de
manoeuvre onderbreekt; plaats vervolgens de slede van de eindschake-
laar "Opening" ter hoogte van de rand van de dekplaat. Druk nu opnieuw
op de toets "Stap-voor-Stap", controleer vervolgens dat de vleugel zich
in de richting van sluiting beweegt. Wanneer de vleugel op 1 cm van het
sluitingspunt is, drukt u op de toets "Stap-voor-Stap" waarmee u de
manoeuvre onderbreekt; plaats vervolgens de slede van de eindschake-
laar "Sluiting" ter hoogte van de rand van de dekplaat.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
TX
RX
FOTO
FOTO
1 2
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
STAP
VOOR
STAP
NA
COM
CHIUDE
CLOSE
FERME
SCHLIEßT
CIERRA
ZAMYKA
SLUITING
Aanwijzingen GDS 9