De aerosoldichtheid controleren
De controle van de rotors en bekers op aerosoldichtheid gebeurt volgens de dynamisch-
microbiologische controlemethode conform EN 61010-2-020, bijlage AA.
De aerosoldichtheid van een rotor hangt voornamelijk af van het correcte gebruik ervan.
Controleer zo nodig de aerosoldichtheid van uw rotor.
Het is heel belangrijk dat alle dichtingen en afdichtvlakken zorgvuldig op slijtage en
beschadigingen zoals scheuren, krassen en verbrossing worden onderzocht.
Aerosoldichte toepassingen kunnen niet worden uitgevoerd als de kappen van de
recipiënten geopend zijn.
Aerosoldichtheid vereist correcte bediening bij het vullen van de recipiënten met monsters
en het sluiten van het rotordeksel.
Sneltest
Als sneltest bestaat de mogelijkheid om aerosoldichte bakken en vastehoekrotoren
volgens onderstaande methode te controleren:
1.
Vet alle dichtingen lichtjes in met vet.
Voor het insmeren van de afdichtingen uitsluiting het vet uit de levering gebruiken.
2.
De beker met ca. 10 ml koolzuurhoudend water vullen.
3.
Sluit de rotor overeenkomstig de bedieningsaanwijzingen.
4.
Schud de rotor.
Het in water gebonden koolzuurgas komt vrij, waardoor er een overdruk ontstaat.
Hierbij niet op het deksel drukken.
Lekkages zijn detecteerbaar door het wegvloeien van water en het hoorbaar
ontsnappen van het koolzuurgas.
Als er water of koolzuurgas ontsnapt, moeten de afdichtingen worden vervangen.
Herhaal vervolgens de test.
5.
Droog de rotor, het rotordeksel ende dekselpakking.
VOORZICHTIG
Deze sneltest is niet geschikt voor de controle van de aerosoldichtheid
van een rotor. Let daarom zorgvuldig op de toestand van de afdichtingen,
van de afdichtvlakken en van het deksel.
Bedrijf
54 / 89