Wanneer het apparaat voor de eerste keer is aangesloten, begint het met de vooraf
ingestelde waarden uit de fabriek. De temperatuur die in de fabriek voor het
bovenste temperatuurgebied wordt geprogrammeerd, is 8°C en voor de lagere
temperatuurzone 12°C.
Dezelfde temperatuur kan voor beide zones worden ingesteld, zo ontstaat er
een wijnklimaatkast met 1 temperatuurzone.
In het geval dat afzonderlijke temperatuurzones gewenst zijn, dan is de temperatuur
van de bovenste zone altijd de koudere zone en de onderste zone de warmere
zone (boven wit, onder rood).
Let op: De temperatuur van de bovenste zone kan niet warmer worden
ingesteld dan de onderste zone, de bovenste zone is dus gelijk aan de
onderste zone of 1°C kouder.
Om de temperaturen in te stellen, drukt u de + of - toets in van de zone die u wilt
aanpassen totdat de gewenste temperatuurwaarde is bereikt.
•De temperatuur instelling wordt 1°C hoger elke keer dat u het pijltje omhoog
indrukt en zal afnemen met 1°C bij het indrukken van het pijltje naar beneden. Het
scherm knippert terwijl de aanpassing wordt uitgevoerd.
•Wanneer de temperatuur is ingesteld, geeft het scherm de werkelijke
binnentemperatuur op het specifieke zone display weer.
•Druk op de omhoog- of omlaag toets om de ingestelde temperatuur te zien. De
temperatuurinstelling knippert gedurende 5 seconden tijdelijk in het scherm.
Daarna geeft het scherm de huidige binnentemperatuur weer.
Let op: Als de wijnkast wordt uitgezet, wacht dan minimaal 1 uur voordat u hem
weer aanzet. Na transport en installatie dient u 24 uur te wachten voordat u hem
aanzet.
Pagina | 20