De werking van de groomer
testen
Belangrijk:
Onjuist of te agressief gebruik van de
messenkooi van de groomer (d.w.z. te diep of te
vaak groomen) kan de grasmat onnodig belasten,
waardoor deze ernstige schade kan oplopen.
Gebruik de groomer voorzichtig.
GEVAAR
Contact met de messenkooien of andere
bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Vóór het afstellen van de maai-eenheden
moet u de messenkooien uitschakelen, de
parkeerrem in werking stellen, de motor
uitzetten en het sleuteltje verwijderen.
• Houd uw handen en kleding uit de
buurt van de messenkooien en andere
bewegende onderdelen.
Het is belangrijk de werking van de groomer te
controleren vóór u deze regelmatig gaat gebruiken.
Om vast te stellen wat de juiste hoogte/diepte-instelling
is, doet u het volgende:
1.
Stel de hoofdmessenkooien in op de maaihoogte
die u normaal zonder de messenkooi van de
groomer zou gebruiken. Gebruik een Wiehle-rol
op de voorrol en een volledige rol op de
achterrol.
De hoeveelheid afgemaaid gras is een
belangrijke indicatie voor de bepaling van de
hoogte/diepte-instelling van de messenkooi van
de groomer.
2.
Stel beide messenkooien van de groomer in op
de gewenste hoogte.
3.
Onderzoek het testgebied en controleer of u de
gewenste grooming-resultaten heeft verkregen.
Indien dit niet het geval is, moet u de groomer
hoger of lager zetten en een nieuwe test
uitvoeren.
Controleer 2 of 3 dagen nadat u de groomer voor de
eerste keer hebt gebruikt hoe de algemene conditie
van het testgebied is en of het is beschadigd. Als het
gegroomde gebied geel en bruin wordt terwijl het niet
gegroomde gebied groen is, hebt u de groomer te
agressief gebruikt.
Onderhoud
Smeerolie van tandwielkast
verversen
Onderhoudsinterval
Na de eerste 100 bedrijfsuren
Elke 500 bedrijfsuren of jaarlijks (hou de kortste periode aan)
1.
Maak de buitenoppervlakken van de groomer
schoon.
Belangrijk:
Zorg dat er geen vuil of maaisel
op de buitenkant van de groomerbehuizing
zit; als er vuil in de groomer komt, kan dit de
tandwielkast beschadigen.
2.
Verwijder de aftapplug onderaan de behuizing
(Figuur
28).
3.
Verwijder de vulplug aan de zijkant van de
behuizing en zet de ontluchtingsplug bovenaan
open zodat er lucht kan ontsnappen
4.
Zet een geschikte opvangbak onder de
olieaftapplug om de afgevoerde olie op te
vangen.
5.
Kantel de maai-eenheid naar achteren op de
kick-standaard zodat de aftapopening onderaan
is en de olie volledig afgetapt wordt
1. Haal de aftapplug uit de
aftapopening.
2. Haal de vulplug uit de
vulopening.
6.
Schommel de maai-eenheid naar voren en
naar achteren zodat de olie volledig afgetapt
wordt. Als de olie volledig afgetapt is plaats de
maai-eenheid dan op een vlakke ondergrond.
7.
Plaats de aftapplug terug.
15
(Figuur
(Figuur
Figuur 26
3. Zet de ontluchtingsplug
los.
28).
26).
g240875