PROBLEEM
Het apparaat wordt niet ingeschakeld De stekker van de voedingskabel (C6) is
De zetgroep kan niet verwijderd
worden
Na het voltooien van de ontkal-
king vereist het apparaat een derde
spoeling
Het afgiftepijpje (F) geeft geen stoom
of heet water af
De melkuitloop geeft geen melk af
(D6)
De melk heeft grote bellen, komt
spuitend uit het melkafgiftepijpje
(D6) of heeft weinig schuim
Het kopjesblad (A9) is heet.
De machine is niet in gebruik en geeft
geluid of kleine wolkjes stoom af
Het apparaat geeft stoomwolkjes af
uit het lekbakje (A22) en/of het wer-
koppervlak waarop het apparaat is
geplaatst is nat.
MOGELIJKE OORZAAK
niet goed geplaatst.
De stekker is niet in het stopcontact
geplaatst.
De hoofdschakelaar (A12) is niet
ingeschakeld.
De uitschakeling van het apparaat is
niet correct uitgevoerd
Tijdens de twee spoelcycli is het reser-
voir (A25) niet tot aan het niveau MAX
gevuld
Het afgiftepijpje is vuil of verstopt
Het deksel (D1) van het melkreservoir
(D) is vuil
De melk is niet voldoende koud of het is
geen halfvolle of magere melk.
Wijzig de parameter voor de regeling
van het schuim
Het deksel (D1) van het melkreservoir
is vuil
Er wordt een plantaardige drank
gebruikt.
Er zijn verschillende dranken vlug ach-
ter elkaar voorbereid
De machine is klaar voor gebruik of
is net uitgeschakeld: enkele drup-
pels condens vallen in de nog warme
verdamper
Na de reiniging is het rooster van het
bakje (A21) niet teruggeplaatst.
36
OPLOSSING
Plaats de connector stevig in de daarvoor be-
stemde zitting op de achterkant van het appa-
raat (afb. 1).
Steek de stekker in het stopcontact (afb. 1).
Druk op de hoofdschakelaar (afb. 2).
Schakel het apparaat uit door te drukken op
de toets
(A8) (zie hfdst. "5. Het apparaat
uitschakelen").
Ga te werk zoals gevraagd door het apparaat,
maar ledig eerst het lekbakje (A22) om te voor-
komen dat het water overloopt.
Reinig het afgiftepijpje zoals beschreven in
par. "14.2 Reiniging van het afgiftepijpje heet
water/stoom na gebruik"
Reinig het deksel van het melkreservoir zoals
beschreven in par. "17.10 Reiniging van het
melkreservoir".
Gebruik magere of halfvolle melk op koel-
kasttemperatuur (ongeveer 5°C). Indien het
resultaat nog niet naar wens is, probeer dan
het merk van de melk te wijzigen.
Regel de hoeveelheid schuim zoals aangege-
ven in par. "9.3 Drank personaliseren"
Reinig het melkreservoir zoals aangegeven in
par. "17.10 Reiniging van het melkreservoir"
Gebruik, voor een verbeterd resultaat, dranken
op koelkasttemperatuur (ongeveer 5°C). Pas
de hoeveelheid schuim aan zoals beschreven
in par. "9.3 Drank personaliseren"
Dit verschijnsel maakt deel uit van de normale
werking van het apparaat; het verschijnsel kan
beperkt worden door het lekbakje te ledigen.
Plaats het rooster van het lekbakje terug.